Ik zat laatst in mijn achtertuin te zonnen En dacht vol afkeer aan de à propos Als vorm vind ik dit nieuwtje maar zozo Maar was er wel spontaan al aan begonnen Daar moet ik me voor schamen, ben ik bang
Zie je vandaag niet vreeslijk op tegen de jacht?
Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Ik zal je voorlezen uit Duizend-en-één-nacht
Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Zijn wij niet beiden grote minnaars der natuur?
Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Ik haal met liefde jouw kastanjes uit het vuur
Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Geef me je hand – pikant, zo'n korte levenslijn!
Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Wat komt daar aan? Dat lijkt verdomd wel een wild zw
Een niet bepaald aantrekkelijk ideetje Dat ons vervult met wanhoop en met smart, Ons somber maakt, onzeker of verward De een heel veel, de ander slechts een beetje:
Ooit slaakt een mens zijn allerlaatste kreetje En stroomt het laatste bloed weg uit zijn hart. De weg voert naar het eind vanaf de start Want dood gaat iedereen een keer, dat weet je.
Zo sta je opgewekt een lied te zingen En weet wat jij met zoete stem beweert Van Frankrijk uit tot velen door te dringen.
Zo ben je drieëntachtig en verweerd, Zijn lied en prijs nog slechts herinneringen. Zo word je op een maandag gecremeerd.
Ik kijk naar ‘De politie op je hielen’ Een snelle show vol explosief geweld Waar alles draait om rammen en vernielen Gestoorden achtervolgen er debielen Met kogelregens, vuur en grof gescheld
En tussendoor is er de superheld Hij reed de woeste gangster in de wielen En die zat na zijn carcrash zwaar bekneld Ook wordt terloops nog eventjes gemeld Dat er maar zeventien gewonden vielen
De States zijn weer verlost van een bandiet: Hij had geen rijbewijs, wel twee gram wiet
Als de kanker al je darmen heeft verwoest En je enkel kunt ontlasten door je mond Ja, je proeft de poep wanneer je zucht en hoest En je sterven wordt straks; stikken in je stront
Loof de Heer dan die aan alles leven geeft En het enkel op Zijn tijd daarna weer neemt Of bedank Hem toch in elk geval beleefd: Vind u dit idee misschien wat wereldvreemd?
Dit is wat er star en strak zit vastgeroest In de kop van die verwarde christenhond Die zo schichtig voor zijn griezelgodje beeft En die bangelijk zijn dankgebeden teemt
Door zijn gedram zijn wij straks nog eens vet de klos: Verruim de wet en aborteer Bert Dorenbos!
Ik wil, zei Jezus, echt niet overdrijven maar toch, zo’n kruis, dat voel je aan den lijve. Nu ja, het heeft een doel: in zestien zoveel zal Bach er leuke stukjes over schrijven.
'Wat naar; Ik heb Mijn handen net niet vrij En daar begint dat jeukende gespuis: Legionair', zei Jezus, 'zou je Mij Eens stevig willen krabben in Mijn kruis?'
Ik weet niet wat ik weten moet Of wat er wél en niet toe doet Van wat men mij ooit onderwees Van al wat ik nu zie en lees En al wat overal geschiedt: Ik weet het niet!
Ik weet niet wat ik weten moet, Wat slecht en fout is en wat goed En wat er door de beugel kan Van wat ik doe of wat ik plan, Of waar 'k mij toe verleiden liet: Ik weet het niet!
Ik weet niet wat ik weten moet En of mijn wetenschap voldoet Om in te zijn en up to date, Om niet als een analfabeet Voor schut te staan op elk gebied: Ik weet het niet!
Ik weet niet wat ik weten moet En wat ik niet vergeten moet, Wat gistren juist was is nu slecht En wat eens waar was wordt weerlegd, Mijn hersenpan is een vergiet: Ik weet het niet!
De hitte stijgt, de mannenbenen zweten De buschauffeur wil koele korte broeken Een pantalon blijft aan de kuiten koeken De regels? “non!” klinkt kort en afgemeten
Hoe sjiek is dit: de heren gaan in rok Reactie van de baas blijft nog een gok
Buschauffeurs in de Franse stad Nantes verzetten zich tegen het verbod van hun baas om bij tropische temperaturen een korte broek te dragen. Een groot aantal draagt daarom deze week een rok op het werk: over het dragen van rokken zwijgen de regels van het busbedrijf. (Vandaag verschenen om dezelfde reden kostschooljongens in Engeland in rok op school).