Het Wilhelmus ("In dese tydt heeftmen gesongen dit volgende Liedeken; ‘twelcke groote vrucht onder vele luyden schafte/ elcke eerste letter des veers vervolgens medebrengende den naem des Princen voorsz.”), tiende couplet:

Niet doet my meer erbarmen
   In myn swaer ongeval
Dan datmen siet verarmen
    Des Conincx Landen al.
Dat u de Spanjaerts krencken
    O edel Nederland!
Als ick dat gae bedencken,
    Myn edel harte brant.

Langzaamaan verdampt de tijd.
Nog even, dan ontbrandt de strijd.
Wordt Holland wereldkampioen
of raakt de leeuw zijn ballen kwijt?
Nog even en dan komt de tijd.
Dat het voorbij is met de strijd
Goddank, geen wereldkampioen
Wel hoogmoed, waanzin, wansmaak kwijt
De leeuw verandert met de tijd:
geen toonbeeld meer van echte strijd.
Verliezer, wereldkampioen?
Te lang is hij de weg al kwijt.
Geen tweede Antwerpen!
Nederland – Spanje dus
Voetbal als wraak
Op het Spaanse gespuis

Hollandse veste toont
Furiebestendigheid:
Rode armada
Verslagen naar huis!

Even vooruitblikken:
Zinkende woonboten
Dronken malloten
Massaal door het lint

Holland: een dolhuis met
Capaciteitsgebrek
’t Is maar gelukkig
Dat Spanje het wint

De tijd verstrijkt er bijna ongemerkt
Men is er druk met allerhande zaken
In ’t nonnenklooster wordt ook hard gewerkt
De nonnen kennen allemaal hun taken

Men is er druk met allerhande zaken
Zoals de lichaamsgeur van de abdis
Men geeft het toe met schaamrood op de kaken
De kloostermoeder ruikt ietwat onfris

In ’t nonnenklooster wordt ook hard gewerkt
Aan zuster Eva’s alcoholverlangen
Zij zegt dat zij zich in ’t gebruik beperkt
Maar ‘Coebergh ‘ dampt in alle kloostergangen

De nonnen kennen allemaal hun taken
In ’t nonnenklooster wordt ook hard gewerkt
Men is er druk met allerhande zaken
De tijd verstrijkt er bijna ongemerkt
*

O Vaderland, o edel land der Belgen,
Wees immer groot, wees immer fier en vrij,
Wij zijn U trouw, wij kroost van kloeke telgen,
Het hart vol vuur en gloed, dat zweren wij.
Ons driekleurvlag in stad en veld en dreven
Is lijk een rots in uwen grond geplant,
Door heel het land wordt hart’lijk aangeheven:
"Voor Koning, Recht en Vaderland",
Door heel het land wordt hart’lijk aangeheven:
"Voor Koning, Recht en Vaderland",
Door heel het land wordt hart’lijk aangeheven:
"Voor Koning, Recht en Vaderland!"

Het volkslied zingen zondag
Gaat nu eens niet verkeerd
Wij kennen dat maar amper
Naar dikwijls wordt beweerd
‘Den coninck van Hispanjen
Heb ick altyd geëert’
Dat heeft het Spaanse elftal
Vast wél op school geleerd

Het zal toch niet, het zal toch niet gebeuren
Dat Robert ons alweer te vroeg verlaat
De Varssevelder toont zich wegpiraat
Na tweemaal in een vroege rit te pleuren

Een ellepijp die moet je ook niet scheuren
De eerste week dan hoor jij ongeschaad
Te wachten tot je in de bergen gáát
Doch heden zal de Tour slechts om jou treuren

Maar eens dan rijd je – wij staan dan te juichen –
De koninginnerit, minuten los
En alle concurrenten zullen buigen

Want eens dan word je berggeit, beer én vos
Voor ieder valt de gele droom in duigen
Maar niet voor jou, jij bent de nieuwe Boss!



* Buiten al onze uiterst strenge eigen regels om hebben we dit Tourgedicht al geplaatst voordat de gedichten van De loftrompet alle vier zijn gepubliceerd. Als nieuwkomer heb je nou eenmaal wat privileges! Heb je al iets ingestuurd, dan zullen we dat binnenkort plaatsen en heb je nog niets ingestuurd, mail ons dan op Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Flink trappen tot je weet wat je ooit wordt:
kasseienknecht of koning van de wegen.
Zo simpel is de wet van wielersport.

En op zichzelf is daar niet veel op tegen
zolang je je maar niet te buiten gaat
aan doping of de pauselijke zegen.

’t Is mooi als je de rest finaal verslaat
door eerder op een bergtop aan te komen,
ontsnapt aan peloton en middelmaat

en dat je in het landschap opgenomen
zo hoog komt dat je nergens meer op let,
op weg naar de vervulling van je dromen.

Bedacht ik mij vanmorgen in mijn bed
als fietser met een minimaal verzet.

De Reus werd door Petrarca reeds bedwongen
en velen hebben het nadien gedaan.
Een zware klim, schreef hij, maar boze tongen

beweren dat hij daar nooit heeft gestaan;
de schepper van onsterfelijke zinnen
is enkel in de geest bergop gegaan.

Een renner hoeft daar niet aan te beginnen,
beestachtig afzien wordt van hem verwacht;
met metaforen valt geen rit te winnen.

Het snot voor ogen! En ontbreekt de macht,
neemt hij soms toevlucht tot het clandestiene.
Tom Simpson heeft die missie niet volbracht;

moraal en hitte sloopten zijn machine.
Wat ook niet hielp was de amfetamine.

 

Heilige Luis

Winnende handsbal nu
Held met schlemielengeur
Uruguay verder
Suárez krijgt rood

 

Door zijn zo dubbele
Wegcijferwilligheid
Maakt hij Oranjes
Finalekans groot


 

Prognose

Mooie finalestrijd
Leeuw versus adelaar
Ik steun de Manschaft
Al doet het ook pijn

Holland wekt wrevel en
Bloeddrukverhogendheid:
Heulen met Duitsland
Is hét medicijn

 

 
Hij was het wat labiele zondagskind.
Die lange slungel met dat rode haar;
Bert fietste hoe dan ook in tegenwind.

Hij was dus – wat je noemt – onhandelbaar
maar schudde wel als wereldkampioen
Francesco Moser stevig door elkaar.

De temporijder gaf hem van katoen,
werd onder Peter Post tot held gekneed.
Hij trapte door, het hele fietsseizoen

en reed zichzelf voortdurend in het zweet
– in Duinkerke, de Panne en de Tour –
met hersenvliesontsteking aan de meet.

Een stille jongen, geen geouwehoer;
hij fietste zelf zijn lichaam naar z’n moer.

 

De eerste helft: een nogal bleek gezicht.
Het spel dat kan geen kijker nog bekoren.
De tegenstander weet al snel te scoren,
Het defensieve gat wordt niet gedicht.

De Nederlandse ploeg lijkt veel te licht.
De fans die laten zich nog amper horen.
Er is geen druk. Er is geen drang naar voren.
Geen enkel schot wordt op het doel gericht.

Maar na de rust begint de leeuw te brullen
En raken de kanaries uit hun doen
Door prachtig spel en goals om van te smullen.

Door dit gezicht gelooft het legioen
Dat Nederland zijn droomwens kan vervullen:
Oranje wordt de wereldkampioen!
Hij had een veelbewogen levensloop.
De lang verwachte. De gebenedijde.
Hij kwam en gaf een wielernatie hoop.

Zijn palmares is één om te benijden
Hij heeft die later toch maar zelf verpest
toen hij zich tot de snoeppot liet verleiden

Voor topsport is die zoetigheid funest
Het was zijn hulpmotor (met drank en vrouwen)
Hij werd nooit één keer positief getest.

Dan neemt de dood hem smerig in zijn klauwen
in Huize Maison Bleue te Senegal.
Een bloedprop doet de longaders vernauwen 

Zijn wielerloopbaan had een groot verval.
Hij stierf als wielergod aan lagerwal. 

 


(de Volkskrant, interview met de journalist Benjamin Skinner)



Ho, ho, ho: áfblijven!
Even geduld meneer
Voordat ik dienstbaar
Genoegen verschaf

Toont u mij eerst maar uw
Veiligeklantenkaart
Heeft u niet zeker?
Dat druipt er van af

Mijn bessen zullen nooit tot wasdom komen,
want in mijn tuin zijn merel, duif en mus.
Die vinden hier het toetje van hun dromen
en door hun aller vraatzucht komt het dus.

De mussen komen meestal met zijn allen.
De merels komen liever één voor één.
De duiven zijn bijzondere gevallen:
die eisen heel de boom voor zich alleen.

Bij aankomst eet de duif een enkel besje,
dan gaat hij zitten wachten in de top
en elke vreemde duif leert hij een lesje,
want hij alleen eet hier de bessen op.

Ben jij een mus die het geluk wil delen?
Of juist een merel die graag stil geniet?
Of toch een duif die niemand echt kan velen
en ieder ander als bedreiging ziet?
Als alle dieren morgen konden praten
En elke deling werd een priemgetal
Als doughnuts vierkant waren zonder gaten
En oorlog was nog maar een grensgeval

Als bomen konden lopen in de straten
En ieder kind kon spelen met een bal
Als er geen kosten waren maar slechts baten
En van extase maakte men een mal

Als zelfs de dood ons vredig had verlaten
En alles dreef in een verlicht heelal
Ook dan verkeerde hij in alle staten
En dwepend dweilde hij zijn tranendal
In ’t klooster wordt er altijd hard gewerkt
De broeders wassen, drogen , boenen, soppen
Het werk dat moet gedaan is onbeperkt
Men denkt zelfs als het schemert niet aan stoppen

De broeders wassen, drogen , boenen, soppen
Dan is er ook het werk nog in het veld
Men denkt zelfs tijdens schemer niet aan stoppen
Zolang niet voor de metten is gebeld

Dan is er ook het werk nog in het veld
Ze moeten schoffelen en onkruid wieden
Zolang niet voor de metten is gebeld
Ja, monniken zijn ijverige lieden

Ze moeten schoffelen en onkruid wieden
Ze produceren als bekend abdijsiroop
Ja, monniken zijn ijverige lieden
En zetten de abdijsiroop te koop

Ze produceren als bekend abdijsiroop
Ze volgen heel zorgvuldig het brevier
En zetten de abdijsiroop te koop
En drinken van het zelfgebrouwen bier

Ze volgen heel zorgvuldig het brevier
Het werk dat moet gedaan is onbeperkt
En drinken van het zelfgebrouwen bier
In ’t klooster wordt er altijd hard gewerkt

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Lijkvoer & keesgenot 2

Tegennatuurlijkheid!
Ontucht! Onoorbaarheid!
Komt er een prachtboek uit
Krijgen we dat.

Graag wijs ik u op mijn
Alleropwindendste
Uitgave (Ambo):
‘Met †Klaas In Het Bad.’