Kom maar met je doemgedachten

Met je angst en tobberij

Met je grotemensenklachten

Je verbeten razernij

 

Kom maar met je lange wachten

Op een leven vrij en blij

Met je slapeloze nachten

Kom maar met de hele brij

 

Kom maar met je zware vrachten

Al je tevergeefs geschrei

Met je uitgebluste krachten

En je eenzaamheid bij mij

 

Niet dat ik het kan verzachten

Ik zit net zo diep als jij

Uit: De avond is nog jong (UNIT Academie, Nijmegen)



 Bij de Nacht van de Theologie

Voorwaar, een waarlijk feestelijk gezicht:
Daar staan ze dan, de brave theologen
Zie hen bezwijken onder het gewicht
De staat van dienst waar zij op kunnen bogen
Hun woorden zijn geteld, gewikt, gewogen

Men huurt de Hermitage voor een feest
Waar elke theoloog moet zijn geweest
Een oude vraag klinkt hier: 'Wie is het meest?'

Gewichtig kijkend schikken zij hun togen
En wachten met devoot geloken ogen
De komst van het verlossende bericht
Want welke mensenzoon gaan zij verhogen?
Wie was spraakmakend in zijn onderricht?

De Nacht heeft sterk behoefte aan het Licht

 

Hun eerste baby liet een boertje

en stierf. Hij rust in Nieuwerschans.

Hun volgende, vernoemd naar ’t broertje

heet van de wieg af tweede Hans.

Een plantje, teer en weerloos op het oog

Kwam ondanks alle wind en regenvlagen

De sneeuw en ijzel van de laatste dagen

Geheel en al op eigen kracht omhoog

 

Onstuimiger dan het decemberweer

Is hier de naakte wil tot zijn gebleken

Die door geen storm of stortbui is te breken;

Nog woester gaat de levenswil tekeer

 

Ontembaar aangetrokken door de zon

Staat hier het resultaat van wat moest blijken

Terwijl het noodlot voor me staat te prijken

Denk ik aan hoe eens mijn bestaan begon

 

Naast dit natuurverschijnsel is zowaar

Mijn leven haast niet meer zo wonderbaar



Bij de kapotte pantserwagens

'We rijden niet! Wat is er aan de hand
Sergeant, er is een slangetje kapot
Er lekt hier olie,' meldt een ijverig soldaat
De oefening liep toch al niet zo vlot
De CV90's staan aan de kant
Heeft iemand hier de handleiding paraat?

Defensie heeft haar antwoord al paraat:
'Er is hier niets bijzonders aan de hand
Die stukke PRI's zijn zo weer vlot
- Techniek is niet besteed aan zo'n soldaat
Die maken zelfs hun dienstfiets nog kapot -
Heus, die problemen zijn zo weer van kant'

Intussen staat de helft dus aan de kant
De pantserwagens zijn maar half paraat
Er is geen slang of tandwiel voor de hand
Waardoor de reparatie niet erg vlot
Niet best voor legerleiding en soldaat:
Hun reputatie gaat voorgoed kapot

De tankchauffeur schuilt weg in zijn kapot
De hele crew zit mokkend langs de kant
De afsleepdienst was niet meteen paraat
Maar biedt tenslotte toch een derde hand
En trekt de stukke pantserwagen vlot
Tot de tevredenheid van Jan Soldaat

Vraag het een willekeurige soldaat
Bezuinigingen maken veel kapot
Men doet de Leopard-tanks van de hand
Ze zijn gestald en staan dus niet paraat
Het merendeel stond toch al aan de kant
Ze worden nu verkocht, de prijs is vlot

Maar ook al loopt de verkoop lekker vlot
Er gaat geen euro meer naar de soldaat
De tankdivisies gaan zo snel kapot
Want ook de nieuwe tanks staan aan de kant
Daar zijn geen onderdelen voor paraat
En elke dag is er wat aan de hand

Wie biedt de hand? Wie trekt het leger vlot?
Je schaamt je toch kapot als goed soldaat
Aan onze kant staat enkel troep paraat

Opa stierf om negen uur vanavond in zijn flat
Die was gevestigd in de kruin van een bejaardentoren
Je kon zijn rochelende zuchten op de gangen horen
Een zuster had zich op een krukje naast zijn bed gezet

Ze zei geen woord, ze zat daar maar en toonde mededogen
En keek naar oude opa die om zijn geliefden riep
Hij bleef hun namen zeggen, totdat hij uiteind'lijk sliep
En na twee vingers aan de pols, sloot zuster opa's ogen

Toen keek ze naar de foto's die in opa's kamer stonden
Er waren ouders, broers en vrienden op geportretteerd
Die allemaal gestorven waren, of geëmigreerd
En nu alleen als foto's nog naar opa zwaaien konden

Onbekende zuster, laat u mij straks voelen dat,
Wanneer ik oud ben en alleen en alles ben vergeten
In u, die vreemde vrouw, in stilte aan mijn bed gezeten,
Elk mens zit dat ik in mijn leven ooit heb lief gehad



Dat doek met de man met de helm

Hoe vaak heb ik daarvan genoten!

Beschouw elk detail en bedwelm

Van Rembrandt, een schilder met kloten

 

De man met de helm op dat doek

Hij doet mij het hoofd vaak ontbloten

Het is nog eens andere koek

Dan Appel die aan loopt te kloten

 

De helm op dat doek met die man!

Het goud blinkt als zonovergoten

Geen Pollock of Jorn die dat kan:

Zij helpen de kunst naar de kloten

 
 

Mijn pa in de kroeg om de hoek
Innemend op vele manieren
Verzint wel bij ieder bezoek
Een list om de teugels te vieren

De hoek van mijn pa in de kroeg
Je hoort er gekraak van plankieren
Drie dames zijn amper genoeg
Om hier zijn verjaardag te vieren

De kroeg om de hoek van mijn pa
De plek om eens goed te versieren
Met steevast het hiep hiep hoera
Men sluit er de tent pas na vieren

 



Een vers met een trits in een dans
Drie strofen vereist om te dichten
Drie woorden die krijgen de kans
Verspringend het zwart te verlichten

Een dans met een vers en een trits
Een eindwoord met liefst drie gezichten
Dus tors de Van Dale als gids
('t Gewicht kan uw buik ook verlichten)

Een trits aan de dans door het vers
Probeer het, u zult er voor zwichten
Een 'Boekelo' vers van de pers
Om even de geest te verlichten



De regen maakte half het land

Tot een immense waterplas

Toch schreeuwde iemand moord en brand

Terwijl het geen van beide was



 

De fiets droeg de vrouw op de dijk
De vrouw droeg de last van haar dromen
Zij droomde van roem en van rijk
Daar hoog op de dijk met de bomen

De dijk met de fiets en de vrouw
Zag steeds minder water langs stromen
De vaargeul werd akelig nauw
Slechts platbodems konden er bomen

De vrouw liet de dijk en de fiets
Heeft enkel zichzelf meegenomen
Het leek een verdwijning in ’t niets
Waarover men jaren zou bomen

 



Die man op die bank in het park
Ik kan hem maar moeilijk vergeten
Ik noemde hem heimelijk ‘hark’
Zijn naam heb ik nimmer geweten

Dat park en die man op die bank
Zijn kleren vervuild en versleten
Door pech en door zucht naar de drank
Daar heb ik het steeds aan geweten

Die bank en dat park en en die man
Zijn lot heeft me lang nog gespeten
Ik gaf hem wat geld, nu en dan
En suste ‘goeddoend’ mijn geweten

Het gebeurt niet elke week dat een nieuwe versvorm wordt geboren, dus een heildronk is wel op zijn plaats en in dit geval is een Tripel het aangewezen drankje voor deze toost.
Bas Boekelo is de schepper van deze vorm, Tripel gedoopt en de eigenschappen, zoals door hemzelf geformuleerd zijn:

Drie kwatrijnen, metrum bij voorkeur amfibrachys. Rijmschema abab a=man. b=vr.
Elke kwatrijn eindigt met hetzelfde woord in een andere betekenis. (Dit woord noemen we tripelwoord.
Het tripelwoord is vr. of onz.)
De eerste regel van het eerste kwatrijn is ook de eerste regel van de andere twee kwatrijnen.
Die openingsregel noemt drie elementen, elk der elementen staat éénmaal op rijmpositie.
De volgorde der elementen kan op maar twee manieren:

A B C
B C A
C A B

A B C
C A B
B C A

Die elementen zijn uiteraard te koppelen aan de betekenis van het tripelwoord.
Geen enjambement.

Om de geboorte te vieren van deze vorm roepen we deze week uit tot Tripelweek.

 

 

ik ben, zei goethe, niet bepaald een feester
maar in beperken ben ik echt een meester

Slaappillen? Ophangen?
Mij voor een trein gooien?
Kan het nog anders – 
Doeltreffend en snel?
 
Wacht, ik geloof dat ik
Suïcidaliter
Spaanse komkommersalade
Bestel             

Aan jou vertrouw ik mijn geheim
Ik heb geen vrienden en geen kroost
Dus zoek ik naar een beetje troost
Dan schrijf ik een omarmend rijm

 



Kan dan niemand ons bevrijden?
Van Willem Duys en Van der Meyden. (Doe maar)


Dag Willem

Voor de vuist van de vent met die vis
Eens per week en wij telden de dagen
Wat een lol en wat ging het vaak mis
Kon die man zich nou nooit eens gedragen?

Ja, de vis in de vuist van die vent
Hoort het aan en zal zeker niet klagen
In zijn kom weet hij honderd procent
Deze stem klonk frivool én gedragen

Arme vent met de vis in de vuist
Je gaf antwoord op honderden vragen
Zelfs jouw nabeeld dat spettert en ruist
Wordt voorgoed uit de tijdlijn gedragen

 

Niet klagen, maar dragen en bidden om kracht

van even na zeven tot even voor acht.

Daarna wil de HEER van geen bede meer horen,

de godganse dag door beluistert hij koren

vooral die van NCRV en de EO;

zij zingen het mooist en wat meer is, pro Deo.

Het leven is dan één groot feest

Maar lig ik eenmaal in het graf

Dan vind ik het wel mooi geweest;

Die afterparty sla ik af



Over de fraude bij het examen Duits

Ik wilde enkel maar behulpzaam zijn!
Ik vond wat foutjes - meestal maar heel klein
Besloot toen jullie werk te corrigeren:
Een onvoldoende is voor niemand fijn

Ja, jullie hadden beter moeten leren
Maar ik kon zulke missers niet verteren
Dus schrapte ik of vulde rijtjes aan
Zodat ze jullie konden diplomeren

Okee, misschien heb ik teveel gedaan
Had ik wat fouten moeten laten staan
Wist ik veel van die tweede nakijkronde!
'k Ben maar een simpele germanomaan

Helaas, mijn krabbels werden snel gevonden
Door ogen die in tienden van seconden
Verschil zien tussen blauw en nakijk-rood
En nu weet heel de wereld van mijn zonde

Natuurlijk was het dom, ik schaam me dood!
En wat me nog het allermeest begroot
Is niet het lot waarmee ik mij verzoen
Maar dat waartoe de inspecteur besloot...

Ik had vannacht een angstig visioen:
Zij die 't examen over moeten doen
Verzamelden zich grommend op het plein
Vandaag begint voor mij het jachtseizoen!



Mei Masturbatiemaand?
Vlug naar de Handyman!
Leverancier voor
Een spetterend feest

Daar vind ik altijd de
Eenpersoonsseksspeeltjes
Die mij tot vreugde
En steun zijn geweest

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Ode op het efemere lichte gedicht



Zo vluchtig als een zandkasteel
Dat opgetrokken wordt bij eb
Kortstondig als een spinnenweb
Of als een koekje met kaneel

Verorberd als een zoete kers
Het onvolprezen lichte vers