Mei Masturbatiemaand?
Vlug naar de Handyman!
Leverancier voor
Een spetterend feest
Daar vind ik altijd de
Eenpersoonsseksspeeltjes
Die mij tot vreugde
En steun zijn geweest
De zwarte loc spookt door de nacht
Er klinkt een schelle jammerklacht
Van Wissen, grijnzend bij het raam
Wordt in zijn treinstel thuis gebracht
Bah, wat een putlucht hier!
Sta je te koken, schat?
Bak je weer grafburgers?
Stoof je rot vlees?
Oh, wacht, ik lees het al:
Aperitiefkoekjes
Nou, vreet ze zelf maar op
Ik haal Chinees!
De allernieuwste
is ongenadig vormvast én zeer spits:
de light-verse dichter maakt hiermee de blits.
Al hebben rijm en metrum soms iets cleans,
de inhoud geurt naar mannenmagazines:
met tweeënzestig jaar haalt onze Frits
hem haast in ieder vers nog uit de rits.
Dat geeft die titel ook iets masculiens.
Nee, dat is schijn. Bij deze dichter –wiens
verbeelding verder reikt dan ass & tits –
is diep van binnen lang niet alles kits.
De weemoed geeft zijn werk iets feminiens.
Maar niet altijd, want doet zijn vrouwtje bits,
dan krijgt zijn toon ineens iets misogyns.
Eeuwig Rijzen van Frits Criens verscheen bij De Contrabas, koop het boek hier.
Die man op die bank in het park
Ik kan hem maar moeilijk vergeten
Ik noemde hem heimelijk ‘hark’
Zijn naam heb ik nimmer geweten
Die man in het park op die bank
Zijn kleren vervuild en versleten
Door pech en door zucht naar de drank
Daar heb ik het steeds aan geweten
Dat park en die bank en die man
Zijn lot heeft me lang nog gespeten
Ik gaf hem wat geld, nu en dan
En suste ‘goeddoend’ mijn geweten
Om even uw geheugen op te frissen:
Zijn werk was nimmer duf of tweedehands
Er viel ook nooit een fout uit op te vissen
Zodat hij Dichter werd des Vaderlands
En krachtig dringt het door tot ieder brein:
Zijn naam wordt nu gegeven aan een trein
O, die trein wil niemand missen:
Technisch prima, sympathiek!
Dus terecht - u zult het gissen -
Heet hij naar Van Wissen, Driek
hier in mijn kamers hoor ik merels fluiten.
ze geven zomaar een concert daarbuiten,
een symfonie of juist een stemmig lied;
zo straalt de dag van vogelkoor en suite!
uit: klassieke muziek agenda ‘89
"Nee, ik kan me niet vergissen,"
sprak een dichter, "ik zit thans
in de trein van Driek van Wissen.
Luister maar naar de cadans."
Het was de laatste keer, zei hij beslist,
dat zij te laat op school gekomen was.
Toen zei het mooiste meisje van de klas
dat zij de Driek van Wissen had gemist.
Geen tering- geen kolerewijf,
of takke- aan mijn herenlijf
voor mij als misogyn!
Al heeft ze vest noch rok aan ’t lijf,
mij prikkelt pest- noch pokkewijf,
hoe mooi ook om te zien.
Maar als een vrouw bevallig is,
niet gallig maar lieftallig is,
dan welt uit hart en ziel
een teder liefdesliedekijn,
dus zou ik geen hybride zijn,
een misogynofiel?
Te sterven ergens aan een spoorweglijn
en niet door zoiets slooms als touw of pillen.
Maar wat ik nog het allerliefst zou willen
is om het leven komen in een trein.
Dan droom ik van een eind vol dramatiek:
ontsporen met de Intercity Driek.
(Dit gedicht verschijnt van de week ook in de reeks Drentse sonnettettes op www.huusvandetaol.nl)
DRIEK-EXPRESS
Vertrok te vroeg
Maar kwam op tijd
Daar tussenin
De eeuwigheid
Een vleermuis op zichzelf vormt geen gevaar.
Nee sterker, hij grossiert in heldendaden:
hij arbeidt als insectstand-regelaar,
bestuift de bloemen en verspreidt de zaden.
En wat ze in die Dracula-balladen
beweren, dat is simpelweg niet waar
(hij bijt niet in je nek, dat is zo) – MAAR
ik weet sinds ik een dwergvleermuis zag loeren:
het liefste vliegt ie in je haar
en blijft ie daar.
Een vleermuis stelt niets voor: een ooievaar
richt schade aan, bijvoorbeeld aan je schoorsteen;
zit in je afzuigkap een adelaar
dan wordt tot last, wat eerst een groot comfort scheen.
Een vleermuis ritselt, maar vliegt het sonoorst heen –
een vleermuis in je dak is geen bezwaar.
Maar ik durf haast geen pink meer te verroeren
als ik ze zie in het pissoir
want echt, ze vliegen in je haar
en blijven daar
en dat is naar.
Je ziet ze zelden in het openbaar;
ze zullen nooit de zondagsrust verstoren –
ze hangen in een grot dicht bij elkaar
of in een schuur, of een verlaten toren.
Dus waarom loop ik met gespitste oren
als ik een vlekje in mijn zicht ontwaar?
(Ik kan hier uren over ouwehoeren)
Hij vliegt het liefste in je haar
zo’n fladderaar
dan zit ie daar.
(Bij tante Aaf uit Wassenaar
wel veertig jaar!)
Ga ’s avonds nooit naar buiten zonder schaar
en nooit en nooit blootshoofds een vleermuis voeren
want voor je ’t weet ben je als wandelaar
of brave burgerman over je toeren.
Bereid je voor op commentaar
want het is onverenigbaar
met goede smaak, dit accessoir.
(Ik hoor ze al bij Boulevard:
“Hij loopt voor gék met dat bête noire!”)
Ik zeg het nogmaals klip en klaar:
het is een duivelskunstenaar…
Maar wacht, o nee, wat voel ik daar?
WEL GODMILJAAR!
Een extra Sinterklaasjournaal
Zo middenin de maand van mei!
Dat is een ongewoon verhaal
Heeft Sint dan nooit een dagje vrij?
Zo middenin de maand van mei
Dat is een ongewoon verhaal
Want wat de boodschap dan ook zij
De timing is echt geniaal!
'Dat is een ongewoon verhaal...'
Zo smullen media heel blij
Dat wordt goed beeldmateriaal!
Ze zijn er als de kippen bij
De kranten zijn van de partij
Beeld en geluid ook allemaal
Dit is groot nieuws, dus krijgen wij
Een extra Sinterklaasjournaal
Heeft Sinterklaas misschien een kwaal?
Geen zin in die verkleedpartij?
Een extra Sinterklaasjournaal
Zo middenin de maand van mei!
Wat is het nieuwtje, wat denk jij?
Een extra Sinterklaasjournaal
Zo middenin de maand van mei
Dat is een ongewoon verhaal
tijd zou alle tranen drogen
't mooiste meisje van de klas
tekent nu met twinkelogen
op zijn trein een vlinderdas
Bent u kiplekker nog?
Ondanks de Oordeelsdag?
Die u sterk roepent
Zo luid had begroed?
Doe een beroep op het
Bijbelgarantiefonds:
Krijgd u de psychische schade
Vergoet
Trendy locatie hoor
Hemels bestemmingsplan
Door al die leegloop nu
Helemaal hot
In die voormalige
Dominicanenkerk
Vond ik veel woorden
Maar weinig van God