Linda Bolder
Liep op zolder
Met een héél héél héééél lang touw
En die knappe jonge vrouw
Heeft dat om een balk gebonden
En ze hebben haar gevonden
In haar huisje in Den Helder
Hangend in de koude kelder
Net alsof ze vredig sliep
Ach, wie hoog klimt valt heel diep
Het Vrije Vers, zo konden wij bemerken,
Is sinds een tijd weer min of meer on line
Al heeft het nu nog niet zo’n fraai design
Als waar men indertijd mee placht te werken.
Dat is omdat een stel ontaarde vlerken
Als hackers in de site gedrongen zijn.
Zij konden – en dat was bepaald niet fijn-
De vrijheid van het vrije vers beperken.
Maar zie, de poëzie bleek niet te stuiten
Door hackers noch door andere schavuiten
En zeker niet die van het genre licht.
Wat men ook nog voor pijlen op ons richt
Wij komen op den duur toch weer naar buiten
En publiceren hier een nieuw gedicht.
Hans Manders (21 november 2011)
De maandagmorgen start, de zon
logt lichtgeel in op het systeem
van god. Een spin deleet een mot
die zijn recente netwerk hackt
en zacht klinkt streaming audio
de oude background vogel-sound.
Reset ik mij naast bed. De slaap
is snel gewist: ik klik hem weg.
Mijn wizard scrolt zich op zijn buik,
hij droomt zich vast de grootste
host van uitgeslapen Nederland.
Een dummy brengt de kranten rond
en mieren browsen in een struik,
ze googelen naar groene luis
als ik mijn map met schrijfwerk pak:
ik dicht en hoop maar dat ik blijf
omdat ik nog met vulpen schrijf –
erger dan de valse tronie
van die gladde Berlusconi
vind ik nog die dikke zus
uit het spotje van de Plus
au! wat doen mijn oren zeer
‘Plus geeft meer!’, daar krijst ze weer
kreeg ze maar een dikke kus
van een vette autobus
zeekoe uit de Bosporus
groengejaste octopus
krijg het apelazerus
verhuis naar Sint Eustatius
Plus kan dan goedkoper zijn
ik ga toch naar Albert Heijn
Presentator Andries Knevel
Krijgt van mij een reprimande
Als hij praat tot gans het volk
Ja, die kerel wekt mijn wrevel
Met die wapperende handen
Lijkt hij wel een doventolk
Guus Hiddink dacht: Bekijk het daar nu even
ik steek mijn hoofd niet in een slangenkuil,
laat Ajax maar zijn eigen boontjes doppen:
noch kaars, noch bril doen goed aan deze uil.
Wel jammer, want de club gaat naar de knoppen.
Dat Cruijff en Ling de leiding maltraiteren,
de weg naar eenheid unaniem verstoppen
en zelfs niet van hun fouten willen leren
dat vind ik echt behoorlijk asociaal.
Die hoofdbestuurders, dát zijn echte heren.
Hun foute voorzet produceert Van Gaal
en Johan roept: “Wat zal ik nou beleven
ben ik hier gek en zijn zij soms normaal?"
Stap in een drol dan blijft er iets aan kleven"
Sinds ieder homostel hier trouwen kan,
mag ik hen daaglijks in de echt verbinden.
Nooit hoefde ik er doekjes om te winden:
voor mij geen huwlijk tussen vrouw en man.
Maar dat is vanaf heden een bezwaar.
Ik moet nu weg als weigerambtenaar.
Daar is Maria voor!
Dat is toch logisch, man
Jezus, Zijn zoon bracht hem
Immers die vrouw
Hemelse sex is ook
Godwelgevalliger
Dat zij een mens is dat
Steekt niet zo nauw
Elizabeth Bas-Boekelo
Mijn naam luidt in ’t Latijn
Lepisma saccharinum;
totaal misplaatst zou zijn
het adjectief ‘chagrinum’.
Want ik lust ieder boek,
ben dol op elke schrijver
en voel me als een snoek
in een forellenvijver.
Ik nuttig als ontbijt
bij voorkeur werk van Tachtig.
En lunch ik, dan is Feith
noch Cats me ooit te machtig.
Maar laatst had ik een deel,
een encycliek uit Rome,
dat was zelfs mij te veel
en niet om door te komen.
Ik reisde tussen Zwolle en Maastricht
En nam de sprinter tot aan Amersfoort
Maar had vooraf net iets teveel gedronken
De trein ging over vele wissels voort
Mijn blaas raakte gestrest van al dat bonken
Dus ik ging naar de spoorwegemployee
Helaas! Hij vond mij lastig en beschonken
En werkte bij mijn hoge nood niet mee
Wat ik ook zei, hij hield zijn deur potdicht
De oplossing voor al mijn ongemak:
Ik vond die conducteur een grote zak
Sinds roken in de trein verboden is
Doe ik dat stiekem toch op de wc
Maar in een Sprinter roep ik ach en wee
Ik loop mijn dosis nicotine mis!
Dus conducteur, mag ik misschien zo’n plaszak
Als asbak?
daar zit ik in zo'n Sprinter, geen toilet
geteisterd door een overvolle blaas
de laatste plaszak is gebruikt, helaas
gelukkig draagt de conducteur een pet
Bij de plaszak van NS
Ik listen easy naar wat ouwe platen
Een dame murmelt titel en artiest
Een pluim voor wie de aandacht niet verliest
Ik ben vertrokken na de eerste maten
Het komend weekend raken wij onthand
En juist op zondag weg in eigen land
Wanneer was nomen veger omen?
Was boerser ooit een boerenmeid
talentloosheid een harder feit
zelfs in mijn akeligste dromen?
Geef mij maar Ivo Niehe’s gloed
zijn blijdschap en spontaniteit
zijn stijl en zijn persoonlijkheid
zijn onbevangenheid en moed.
Zoiets kan boeren niet bevallen.
Zij gaan zo’n man eens mores leren.
Proleten houden niet van heren.
Zij gaan hem pletten met zijn allen.
Zij zullen hem wel kleiner krijgen.
Het deurp tapt vreugdeloze grappen
om hem het maaiveld in te trappen.
Hij moet in alle talen zwijgen.
Bij de naderende winterperiode