Aardige puzzelvraag:
Wat wordt hier meegebracht?
Loonzakjes? Hoerengeld?
Roofbuit? Wit zand?
Neen! Uit het opschrift blijkt
Ontegenzeggelijk:
Wat hij haar biedt, is zijn
Bollenrestant
Schitterend landschapsschoon!
Prachtige Alpen ook
Nergens nog wordt
Een mobieltje gehoord
Wreed wordt de rust door het
Hoogalemannische
Babygehuil van
Heinz Polzer verstoord
Nu ben je negentig
Net zoals Churchill dus
Of Juliana
De oude vorstin
Als je zo doorgaat als
PseudoMethusalem
Haal je ze binnenkort
Allemaal in.
Wat, nu al negentig
Polzer de feesteling
Jaren vervliegen, de tijd
Smelt als sneeuw
Dartelend verder naar
Tweeduizendnegentien
Dan word je eeuweling, Heinz
Van de eeuw!
Van versvormen is hij de architect:
rondel, kwatrijn, onzijn, spicht, villanelle.
Zijn rijm en metrum zijn altijd perfect.
Ik leerde veel van hem. Zijn intellect
verdeed hij niet aan scriptie of novelle:
van versvormen is hij de architect.
Hij blaast negentig kaarsjes uit: - respect!-
en wenst zich een Gazelle, liefst een snelle.
Zijn rijm en metrum zijn altijd perfect.
Spitsvondig is hij, hoffelijk, correct,
citeert van Paaltjes elke immortelle.
Van versvormen is híj de architect.
Aristocratisch en steeds opgewekt
blijft hij wellevend, heeft niet van dat felle.
Ook rijm en metrum zijn altijd perfect.
Light-versedichters worden nooit afgebekt:
hij helpt ze juist met ritme en met spelle.
Van versvormen is hij de architect,
zijn rijm en metrum zijn altijd perfect.
Het programma Nova bracht gisteren een uitgebreid portret van de bijna 90-jarige waarin deze nog eens verklaarde al zo vaak jarig te zijn geweest dat hij ‘zich er vanaf wendde’.
Over de taalontwikkeling in Nederland sprak hij, zoals gebruikelijk, zorgelijk en noemde dit geen ontwikkeling maar degeneratie, ontstaan door toenemende luiheid en onverschilligheid.
Hij wees op Vlaanderen waar men zich nog wél verdiepte in onze taal.
Als bewijs van zijn stelling werden opnamen getoond van een optreden van Jan de Smet en enthousiaste Vlamingen geïnterviewd.
Gauw kijken op Uitzending Gemist, of doorlinken op de P-site freakface van Max van Welzen, want dan hoor je de oude bard nog één keer zingen: de eerste coupletten van een van zijn eerste nummers, De Schiedamse Dijk.
Een heuse zoon, het |
2tal hief de kelk |
De vlag hing uit, ge |
4d werd er en flink |
Al dronk het k |
0letje alleen maar melk |
En leken zijn ged |
8en er niet bij |
Men wist met |
1, dit wordt geen stoere bink |
-Wars van ge |
9heid en zeldzaam kien- |
Dit wordt een |
1ling in de maatschappij |
Dit wordt geen |
9, maar een dikke 10 |
'Vandaag gaan wij het hebben over Drs. P
Een tekstueel en muzikaal genie'
'Meneer, wie is die kerel dan? Ik heb echt geen idee
En u bedoelt natuurlijk Master P'
Vrijer met wijkzuster
“Toe nou, één kusje maar”
“Daar is geen tijd voor”
“Waar moet je dan heen?”
“Ik moet nog langs bij de
Kraamhulpbehoevende
Lilli van Kol”
“Ja, dat zegt iedereen”
een Zwitsers uurwerk loopt een leven mee
er komt nog veel meer goeds uit Alpenweiden
een lila koe en nogal blote meiden
vergeet vooral niet Drs. P
zijn dodenrit per snelle arrenslee
de wolven -ja, het waren barre tijden-
die reizigers als warme hap verbeidden
werd grijsgedraaid (eerst plaat, daarna CD)
nog altijd gaat een veerpont heen en weer
al heeft geborrel akelig geklonken
(hetgeen betekent dat hij is gezonken)
de woorden echter zinken nimmermeer
al negentig, de veerman wacht met lonken
en op en neer beweegt uw ganzenveer
Frans is een wereldtaal
Dus even oefenen:
Ziet gij le phare
Le palmier, le pendu?
Mooi! Dan bekomt gij een
Francofonieattest!
Prettig verjaren, ook!
Dat ouens i q
Leuk hoor, zo’n ruikertje!
Schattig, die broekeman!
Hoor hoe hij vrolijk
Gelukwensen zegt
En dan dat guitige
Quasimatrozenpak...
Die kan op elke
Canal Pride terecht
Loop door, sla linksaf bij de derde gracht
daar hangt bij een der allerfraaiste panden
een roestige plaquette aan de muur.
Bezoekers uit de verste, vreemdste landen
– van aanzien soms, of juist ietwat obscuur –
staan hier een wijle stil en buigen diep.
De een blijft kort, de ander wel een uur
of raakt het bordje aan in het geniep.
Een enkeling leest luid of prevelt zacht:
“Hier woont te zijner tijd een coryfee
Helaas kent men zijn naam alleen als P”
Tjee, wat een snoezig kattenkaartje
De krolse kater praat gelikt
Het jonge poesje is gestrikt
Ja, dit verhaal krijgt nog een staartje
Foefje voor Heinz vandaag
Metrische handigheid
Geen dee er es hier
Maar enkel de P
Zo klinkt mijn zang voor de
Negentigjarige:
Lang zal hij leven, hiep
Hiep hiep, hoezee
Jee, wat een prachtdossier!
Van mevrouw Polzer, niet?
Die is gezond zeg!
Dat blijkt zonneklaar
En kijk: de vrucht is niet
Buitenbaarmoederlijk
Nou, dat wordt straks
Een fantastisch gebaar!
“Negentig” – “Negentig?
Godallejezus zeg!
Ik dacht veel ouder,
wel tweehonderdtien!”
“Is die man trouwens wel
leeftijdsafhankelijk?”
“Vast!”
“Nou, dat is aan zijn werk niet te zien!”