Eén heette Balthasar
Eén heette Melchior
Eén heette Caspar
En één heette Piet
(Deze had echter een
Zingendezaagconcert
Met zijn regering
En was er dus niet)
Uit: Kijkvoer & leesgenot
Hoe zou het komen, hè?
Keizer Caligula
Toonde zich dikwijls
Een wrede barbaar
Ach, met een voornaam als
Legionairslaarsje
Is dat ook wel te begrijpen,
Nietwaar?
Uit: Kijkvoer & leesgenot
Ziet u die mannen hier?
Kijk er aandachtig naar
't Is een terreurgroep
Op moorden belust
Echter, ze komen nu
(Allervermoedelijkst
Tijdens het speelkwartier)
Even tot rust
Uit: Kijkvoer & leesgenot
Tegennatuurlijkheid!
Ontucht! Onoorbaarheid!
Komt er een prachtboek uit
Krijgen we dat.
Graag wijs ik u op mijn
Alleropwindendste
Uitgave (Ambo):
‘Met †Klaas In Het Bad.’
Eén kleine mislezing:
"Lijkvoer & Keesgenot"
Brilloos sloeg ik dus de
Plank weer eens mis
Ik kocht die bundel, als
Necrofilie-adept
Blijkt dat het
Leerling en meesterwerk is
"Zeg maar Eugène, mijn zoon"
(Hij is een zielenpoot:
Homo en pastor
En vriend van de jeugd
Hij is een treurige
Eucharistiekemerd
Die zich in misbruik
En ontucht verheugt)
Het is weer eens zover, geheel niet tot onze verbazing heeft een van onder medewerkers weer eens een belangrijke poeziewedstrijd gewonnen. Arjan Keene was zelfs zo bescheiden ons niet te melden dat hij de Zwarte maandag poeziewedstrijd van De contrabas heeft gewonnen en uw gehele redactie was op een lekker welverdiend relax-welnessweekendje (waar onze oudste redacteur nog met zijn navelpiering in het doucheputje vast kwam te zitten, waarover later meer, waarschijnlijk in een e-boek) Vandaar dat wij dit nieuws pas enkele dagen na de bekendmaking bekendmaken. We vinden zijn gedicht schitterend, prachtig, mooi en fenominabel. Wel lijkt het ons aardig dat hij een aantal van de gewonnen boekenbonnen investeert in Jaap Bakkers Rijmwoordenboek.
Allerambachtelijkst
Amusementsaanbod
Altijd aanminnig
Allicht artistiek
Alleszins achtbare
Alliteratieact
Adembenemende
Acrobatiek
Ach, waren alle mensen wijs,
Met een kunstminnend hart,
Dan won K. Bruning elke prijs
En had de dood getart.
Het mensdom was er niet aan toe.
Zij won die prijzen niet
En K., het zinloos wachten moe,
Verkwijnde van verdriet.
Wij staan beteuterd rond haar zerk.
Wij leerden onze les.
Nu prijzen wij in koor het werk
Van deze dichteres.
“Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten
Voor de bevestiging van een bestaan?”
Dat dichters dit soort vragen aan ons richten
Gebeurt wel meer. De lezer went eraan.
De dichter vreest, dat men hem zal betichten
Van zelfgenoegzaamheid en eigenwaan
En hoopt, in stilte met zijn roem begaan
De lezer voor zijn deemoed te doen zwichten.
Maar deze zegt: ”Jouw oeuvre boeit niet zo -
Het is een treurig en gebrekkig klad.
Leg neer die pen! Ik heb het al gehad.
Wou jij naast Dante, Poe, Rimbaud?
Genoeg! Verdwijn maar, met je stuk of wat
Jou siert uitsluitend het incognito.”
Leve het kalibad
Vérgaande oplossing
Lichaam gesmolten in
Bijna één dag
Kom maar eens zien in het
Resomatorium
Wat al zo’n badkuip vol
Afbijt vermag
(Met dank aan Arjan Keene)
Jan wil zijn leven met een man gaan delen,
maar stiekem. Nou, daar heb ik voor gepast.
Ik weiger langer poppenkast te spelen.
Wanneer we samen roepen, lukt het vast:
Jan Klaassen, alsjeblieft, kom uit de kast!
als ik doodga, beste mensen
is er een ding nog te wensen
eer mij in een kist te jensen
wil ik liever nog in bad
want dat is te langen leste
voor het ziek milieu het beste
zoals blijkt uit vele testen
die ik in mijn handen had
ja, ik laat me resomeren
in een uurtje zonder kleren
mooi tot op het bot verteren
in een bak vol hete loog
eerst zal men de kali stoken
tot de soep begint te roken
dan: het vlees valt van m'n knoken
hier een vinger, daar een oog
nu zal al het vlees verrotten
restloos zonder overschotten
over blijven slechts wat botten
kijk daar zwemt een halve hand
ja tenslotte wordt vermalen
bot, prothesematerialen
nog wat zwaardere metalen
en een brokje gouden tand
resomeren is je ware
ik begin alvast te sparen
trek me niets aan van de mare
dat mijn ziel niet goed verhuist
op de oordeelsdag zal blijken
dat ik net als allerlijken
naar de witte troon zal kijken...
ben ik er mooi ingeluisd
De dichter Bloem na een doorwaakte nacht
Pecunia
Denkend aan mijn geld kan ik niet slapen
En niet slapend denk ik aan mijn geld
Het vliet, gelijk het vlood, net nageteld
En de florijn is tot de euroflop herschapen
Hoe onwaarachtig klinkt het schriel ‘te wapen’
Der sjacherkliek, die vet en welgesteld
De bloedstroom van de beurs heeft afgekneld
Die de grijsaards uitknijpt met de knapen
Evenals een vrouw, die al haar centen gaf
Sparen moet - al kan ze dan niet sparen
Want de schuld is groeiende in haar knip –
Zit ieder wezen op de euro-wip
En het voorbestemde doel van het vergaren
Is niet minder dan het financiële graf
Vandaag is het precies 45 jaar geleden dat de dichter J.C. Bloem overleed en dat gedenken we natuurlijk. En hoe kan dat beter dan met een combinatie van zijn beroemdste gedicht en de Zwartemaandagpoëziecompetitiedeelnameuitnodigingmededeling van de Contrabas?
Geachte dames, heren, thans bijeen
Met koffie en gebak heet ik u allen
Zeer welkom op het feest van Rad ter Been
De Subcommissie Veiligheid & Stallen
Vraagt integraal doch consequent beleid
Ook is de secretaris ons ontvallen
Waardering voor de Stuurgroep Zwenkbaarheid
Doch niet voor hondendrollenincidenten
Voorts lijkt de stoep met gaten geplaveid
De winter bracht, naast vele kluunmomenten
Jet Strooigoed een gebroken onderstel
Van menig lid bleek hun laveertalenten
Nog altijd sluit de liftdeur veel te snel
Toegankelijkheid blijft ons zorgen baren
Want ook het nieuwe tuinpad is een hel
Dat heeft Corneel 't Spaack weer eens ervaren
Die uitgleed door een half verzakte steen
En zo dus voor een rolstoel mag gaan sparen
Doch nu muziek: geen Bløf of Rowwen Hèze
Maar wel Rieus... Rollatorpolonaise!
Naar J. A. Dèr Mouw, zelfde titel
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
verlicht door eng’lenschijnsel van omhoog
een gouden poort leidt naar de hemelboog
de ijle lucht wijkt onder ‘t alziend oog
zacht klinkt het snarenspel van een harpist.
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
voorop gaat reeds, gekleed in bef en toog
de dominee, zijn preekje kort en droog
bekenden staan daarrond als bermtoerist.
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
juist vrijgegeven door een patholoog
in handen van een erfrecht-fiscalist.
Ik zucht eens diep, het angstzweet wordt gewist.
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist.
Drs. P in 1968
OUDE PLATEN
De dingen die we niet meer nodig hebben,
Al deden zo ook nog zo trouw hun plicht,
Nu worden ze beloond met schemerlicht
En spinnewebben.
Op zolder, het tehuis voor oude dingen,
Daar boeten ze hun overbodigheid;
Getuigen van voltooid verleden tijd –
Herinneringen.
De zolderdingen leiden een gebeurteloos bestaan.
Maar op gezette tijden, dan is het volle maan.
Beneden is het rustig en de lichten zijn al uit;
En hier op zolder klinkt dan vaag een korrelig geluid.
(Happy days are here again)
Hoogbejaard maar nog kordaat
Speelt een ouderwetse kortspeelplaat
Van Paul Whiteman, Hylton of Jack Payne:
‘Happy Days Are Here Again’.
De jaren die vergingen, ze zingen weer hun lied.
De afgedankte dingen vergeten hun verdriet;
Ze denken niet aan ouderdom en niet aan ’s werelds loon,
Maar luisteren tevreden naar hun mooie patéphone.
(Louise)
Met zijn strooien hoed en zijn grappig profiel,
Kreuk in zijn stem en Parijs in zijn ziel –
Jong als een kind,
Wereldbemind:
Maurice,
Maurice.
De maan heeft lang geschenen, ze heeft op wacht gestaan.
Nu is ze haast verdwenen, het heden breekt weer aan.
We horen nog een laatste plaat die beverig weerklinkt
Terwijl de zolder langzaam in zijn grijze slaap verzinkt
(Parlez-moi d’Amour)
Uit het eboniet waardoor eens haar stem werd gevangen
Zingt Lucienne een lied, een lied van oneindig verlangen
Nog een ogenblik, dan is het geluid weer vergleden
In ’t verleden
Dit is het laatste onbekende lied van Drs. P uit 1968 dat opdook in de nalatenschap van Lia Dorana (zie archief van 27 april en www.jasperine.hetnet).
Het is niet bekend of ze het ooit uitgevoerd heeft, Drs. P in elk geval niet, want: "Dat had veel rompslomp vereist: grijsgedraaide opnamen van Maurice Chevalier e.a. in de achtergrond tussen mijn coupletten door".
Bij de teksten zat ook nog 'Quintasy', door de doctorandus zelf wél uitgevoerd en op de plaat gezet (te beluisteren op de lp 'Een flitsende soiree met Drs. P'), een van de weinige nummers waarvan hij eerst de melodie componeerde: "De melodie is speels en pittig en met de linkerhand sla ik uitsluitend kwinten aan (op Kijk, mijn, -nist en zo verder); vandaar de naam. Ik was zelf zo voldaan over de melodie dat ik er een tekst aan toevoegde die de melodie enigszins uitdrukt".
Hieronder de originele tekst van Oude Platen.