Kijk daar! Daar fietst een christendemocraat Die principieel récht op zijn doel afgaat Zijn rechterhand houdt hij ferm uitgestoken Geen wonder dus dat hij naar links afslaat
Ik heb voor jouw gezichtje een antenne, toch moet ik even kijken of het klopt: je oogt vandaag zo bleek en afgetobd. Dan zie ik het. Ik moest heel even wennen: ik had je in mijn hoofd gefotoshopt.
Zo klein en dan toch zoveel ledematen Verbazend zeg! En ze bewegen zonder ruggegraten Verbazend zeg! Ze hebben mij nooit kwaad gedaan Gek dat ze me zo tegenstaan Dat je iets kleins zozeer kunt haten Verbazend zeg!
Het is net bekendgemaakt: er gaat een minderheidskabinet komen van VVD en CDA, met gedoogsteun van Wilders. Het CDA werkt volgens haar beginselprogramma alleen samen met democratische partijen, niet met ondemocratische bewegingen met een Leider, maar gedogen is geen samenwerken en als je op vrijdag geen vlees mag eten, eet je toch vis? Het is wel een Ballade Royale waard, deze normenenwaardentruc (gratis weggevertje voor de ollekebollekeliefhebber).
Er gaat een wrede, kille, harde hand Op onze kromgebogen schouders dalen Je kunt het wel vergeten met dit land De uitgewrongen, lang gepakte schralen Gaan vanaf nu het Haags gelach betalen Dankzij gedoogsteun van de PVV En daar gaan we nu verder mee in zee
Het schip van staat is op een gek gestrand Die liet zijn angst het stemgedrag bepalen Maar hij is zélf de ware volksvijand Als u straks door de fiscus wordt vermalen Dan ligt dat echt niet aan de illegalen Maar aan het CDA, de VVD: En daar gaan we nu verder mee in zee
Door schelden op de moslimimmigrant O stelletje vervloekte provincialen En stemmen op een gele haarinplant Gaan nu dat christenvolk en liberalen Uw laatste zuurverdiende centen halen Ze rollen straks ook úw portemonnee En daar gaan we nu verder mee in zee
O Wildersvolk! Beroofd van elk verstand Verdoofd door zijn stompzinnig koeterwalen Waarom zijn jullie ooit in groepsverband Bijeengebracht in dure schoollokalen? Die hele hersenloze club garnalen Bestuurt het land nu in het stamcafé En daar gaan we nu verder mee. Houzee!
Het is nu wel welletjes met Dèr Mouw, dus we sluiten af met een onmogelijke opgave: vul zelf het octaaf in van het sonnet en maak een dus onmogelijke kans op een handgeschreven pastiche op deze dichter van een van de deelnemers.
'K ben Sinterklaas niet, en zit zonder geld. In deez' verdoemde crisis, eerst mijn baan, Toen liep de vrouw des huizes hier vandaan, En ben 'k ook nog door een burn-out geveld.
Zo snel, de gang van een voorname haan, Een speler in 't maatschap'lijk schoffelveld Tot hulplooz', zelfgekweld' pantoffelheld. Ziehier de ondergang; ik was Brahmaan.
En steeds vereerde 'k Haar, de Poëzie, De harmonie van alle Schone Gunsten:
In plaats van liefde, b'dreef ik prosodie, En op 't kantoor, orakeld'ik de Kunsten.
En nu! Tant pis! Zie ik het Brandend Licht: Begin in Al's naam nooit aan Het Gedicht.
Je lijkt op iemand, en ‘k weet niet op wie. Of jij de drager van de aarde bent? Dan weliswaar toch een flink continent. Calcutta herbergt jouw menagerie.
Adwaita is je naam, de schildpad die nog zelfs Oost-Indiëvaarders heeft gekend: tweehonderdvijftig jaar balancement en stil bioscopeert mijn fantazie.
Toch ging ook jij dood. Men behield je schaal en een koolstofmeting moet nu gaan bepalen of jij het oudste dier ter wereld was.
Ja, één keer nog zo’n leven overdoen.
Als prins, minister, meid of schorpioen. Want een Brahmaan herrijst steeds uit zijn as.
Een déjà vu? Nee; Patty meldde dat ze per abuis een kladversie van haar gedicht had gestuurd en of we dat wilden vervangen door deze definitieve versie. Maar dat doen we natuurlijk niet, we plaatsen ze allebei en zo hebben jullie ook eens een kijkje in de keuken: kunnen jullie leuk vergelijken.
IK ZOU wel willen schrijven als Dèr Mouw maar ‘k ben ietsist en duld geen keukenvrouw Lief doet aan Happinez en borstvergroten geen spoortje eelt belaagt haar poez’le poten
Ik zorg voor centen, schone was - en maaltijd:
z0 zij iets yin-en-yangerigs bereidt dan spoed ik mij naar snackbars in de stad om bier, kroket en dubbele patat
’k Ontdoe het huis van kakkerlak en muis de tuin van rotjeugd, buurtpoes, slak en luis En als mijn beauty tracht me te bekoren
stil ik mijn rijm- en maatzucht naar behoren Ons bindt, Dèr Mouw, dit onbevatt’lijk Zijn
Hij zong met overtuiging 'Red mij niet!'
Met rauwe stem, getekend door het leven,
Waarmee hij zich vol passie heeft gegeven
In menig ruig en hard-romantisch lied.
Geen ander is er in ons taalgebied
Die zulke rake teksten heeft geschreven.
Hoe hij ze bracht, zo heftig en gedreven,
Dat maakte hem bij kenners favoriet.
"Ik ben nog weer een jonge lente waard"
Heeft hij in 'Mooi' voor zijn publiek gezongen
En zo zijn liefde aan april verklaard.
Maar Maarten heeft zijn lijf en ook zijn longen
Al rokend en al drinkend niet gespaard,
Was reddeloos toen Hein hem heeft besprongen