Een niet bepaald aantrekkelijk ideetje Dat ons vervult met wanhoop en met smart, Ons somber maakt, onzeker of verward De een heel veel, de ander slechts een beetje:
Ooit slaakt een mens zijn allerlaatste kreetje En stroomt het laatste bloed weg uit zijn hart. De weg voert naar het eind vanaf de start Want dood gaat iedereen een keer, dat weet je.
Zo sta je opgewekt een lied te zingen En weet wat jij met zoete stem beweert Van Frankrijk uit tot velen door te dringen.
Zo ben je drieëntachtig en verweerd, Zijn lied en prijs nog slechts herinneringen. Zo word je op een maandag gecremeerd.
Ik kijk naar ‘De politie op je hielen’ Een snelle show vol explosief geweld Waar alles draait om rammen en vernielen Gestoorden achtervolgen er debielen Met kogelregens, vuur en grof gescheld
En tussendoor is er de superheld Hij reed de woeste gangster in de wielen En die zat na zijn carcrash zwaar bekneld Ook wordt terloops nog eventjes gemeld Dat er maar zeventien gewonden vielen
De States zijn weer verlost van een bandiet: Hij had geen rijbewijs, wel twee gram wiet
Als de kanker al je darmen heeft verwoest En je enkel kunt ontlasten door je mond Ja, je proeft de poep wanneer je zucht en hoest En je sterven wordt straks; stikken in je stront
Loof de Heer dan die aan alles leven geeft En het enkel op Zijn tijd daarna weer neemt Of bedank Hem toch in elk geval beleefd: Vind u dit idee misschien wat wereldvreemd?
Dit is wat er star en strak zit vastgeroest In de kop van die verwarde christenhond Die zo schichtig voor zijn griezelgodje beeft En die bangelijk zijn dankgebeden teemt
Door zijn gedram zijn wij straks nog eens vet de klos: Verruim de wet en aborteer Bert Dorenbos!
Ik wil, zei Jezus, echt niet overdrijven maar toch, zo’n kruis, dat voel je aan den lijve. Nu ja, het heeft een doel: in zestien zoveel zal Bach er leuke stukjes over schrijven.
'Wat naar; Ik heb Mijn handen net niet vrij En daar begint dat jeukende gespuis: Legionair', zei Jezus, 'zou je Mij Eens stevig willen krabben in Mijn kruis?'
Ik weet niet wat ik weten moet Of wat er wél en niet toe doet Van wat men mij ooit onderwees Van al wat ik nu zie en lees En al wat overal geschiedt: Ik weet het niet!
Ik weet niet wat ik weten moet, Wat slecht en fout is en wat goed En wat er door de beugel kan Van wat ik doe of wat ik plan, Of waar 'k mij toe verleiden liet: Ik weet het niet!
Ik weet niet wat ik weten moet En of mijn wetenschap voldoet Om in te zijn en up to date, Om niet als een analfabeet Voor schut te staan op elk gebied: Ik weet het niet!
Ik weet niet wat ik weten moet En wat ik niet vergeten moet, Wat gistren juist was is nu slecht En wat eens waar was wordt weerlegd, Mijn hersenpan is een vergiet: Ik weet het niet!
Een aap wou niet meer wonen in de bomen, hij wou het liefst op eigen benen staan. Hij zocht zijn heil voorbij de oerwoudzomen, hij hoedde vee, verbouwde gras en graan, kreeg onderdak en water uit de kraan. Maar nu het oerwoud haast is weggebranderd verlangt hij stiekem terug naar zijn liaan. Er is zoveel gebeurd, maar niets veranderd.
Te voet zijn wij haast overal gekomen al is dat dan niet altijd snel gegaan. Nu reizen we in ingeblikte stromen, we leven altijd in de linkerbaan, we rennen, racen, vliegen naar de maan. Al lijkt zo’n hoge snelheid dan ook standerd, de ziel komt altijd dagen later aan. Er is zoveel gebeurd, maar niets veranderd.
De minstreel roemt het meisje van zijn dromen haar blanke huid, heur haar als puur saffraan. Moderne mensen lijken meer te schromen: gevoelens uit men niet als een vulkaan, geen sehnsucht meer, heel soms een liefdestraan. Er wordt nog wel begeistert rumgewandert door minneparen langs de Liefdeslaan. Er is zoveel gebeurd, maar niets veranderd.
O Vader Tijd, u loopt rechttoe rechtaan waar onze mensengeest het liefst meandert. Laat u niet leiden door der dagen waan! Er is zoveel gebeurd, maar niets veranderd.
Met deze ballade won onze trouwe bezoeker en medewerker ondanks de tweede prijs bij de Willem Wilminkprijs te Almelo. Zie een sfeerinpressie en shots van de celebs in het filmpje
De een verbeeldt een kapstok op toneel. De ander smeert faecaliën op lappen of noemt een vingerwijzing 'stil ballet'. Het gaat om kunst dus alle mensen klappen.
Pas op, kijk uit, want kunst is er zo veel dat er geen zuigeling aan kan ontsnappen en ook niet aan de ongeschreven wet: wij maken kunst, publiek, dus gij zult klappen!
Maar wie schrijft desgewenst nog een rondeel? Wie is er op een copla te betrappen of op een balladette, een sonnet? Wie dwingt me daarmee tot geestdriftig klappen?
Ik las zijn werk opnieuw en kijk nu scheel, mijn pols doet zeer, mijn schouder is ontzet: ja Drs. P - dan blijf je klappen.
Lang geleden, toen Drs. P de Blijvend Applaus-prijs ontving, schreef Wilbert Friederichs dit gedicht.
de staatsgreep is mislukt, de jeugd gaat af geboeid door onverschrokken oude helden die het zo lang (te lang!) moesten ontgelden de oproerkraaiers wacht een zware straf
ze groeven door de coup hun eigen graf en ploeteren nu als tewerkgestelden hoor het gejuich der nutteloos gekwelden het trotse koren is ontdaan van kaf
de jonkies moeten voor het ergste vrezen de toorn van God, de beul, een volksgericht maar erger nog dan werkstraf of gesticht onthul ik nu al huiverend bij dezen
ze zullen alle dagen moeten lezen uit werken van de dichter Daan de Ligt
Zijn passie voor de zee leek wat bekoeld.
Hij zag waar hij ook keek de woeste baren,
en werd na ongeveer drie dagen varen
uit dierenliefde overboord gespoeld.
Vanaf het dek hebben ze nog staan zwaaien,
maar toen was Happy Feet al naar de haaien.