Ze zijn zo anders. Hij dweept met zijn drumstel
en ramt verwoed hun woning tot een hel.
Zij houdt van stilte, landschapsschoon, zon, kust.
Heeft zij het naar haar zin: in hem raast onrust.

Bij hem moet alles haastig, terasnel,
nooit krijgt ze een fatsoenlijk voor- of naspel.
Zij hecht aan kaarslicht, knus en feeëriek,
hij vindt dat dom gefleem en noemt haar dweepziek.

Al passen ze volstrekt niet bij elkaar,
toch vormen ze al dertig jaar een echtpaar.
Door schrikkelrijm verwerd hun echt tot treurlied:
één baalt terwijl de ander juist geniet!



 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Winterdip

Lentekriebels
Copilot
 
Ze heeft het in de winter altijd koud.
Het liefste kruipt ze weg onder de deken,
haar toevluchtsoord waar zij pas uit zal breken
wanneer de eerste krokus zich ontvouwt.
 
Ook het gebrek aan licht maakt haar benauwd.
Ze houdt ervan om kaarsen aan te steken.
Die lichtjes doen haar weemoed wat verbleken,
zolang het daglicht zich afzijdig houdt.
 
En dan is er de eerste voorjaarsdag.
Haar treurigheid maakt plaats voor bakvisgiebels.
Zij toont mij elk jaar weer haar gulste lach.
 
Ze loopt met blije huppels, vrije wiebels.
Ik weet dat ik straks weer beleven mag
hoe zij mij meesleurt in haar lentekriebels.