Foto: pattyscholten.blogspot.com
De stemming in het dierenrijk wordt grauw
nadat de trieste tijding is vernomen.
Geen vogel zingt een lied bij dag en dauw:
de door hen alle zo geliefde vrouw
ging heen. De schrijfster was ze van hun dromen.
Voor troost zijn apen bij elkaar gekomen.
De octopusinkt kleurt diepzwart van rouw
en leguanentranen blijven stromen.
Halfstok bevlaggen luiaards nu hun bomen,
hoog in een treurbeuk kwijnt een rode wouw.
Alleen een uil kniest niet, dat wijze dier
beseft: in al haar verzen leeft ze hier –
nadat de trieste tijding is vernomen.
Geen vogel zingt een lied bij dag en dauw:
de door hen alle zo geliefde vrouw
ging heen. De schrijfster was ze van hun dromen.
Voor troost zijn apen bij elkaar gekomen.
De octopusinkt kleurt diepzwart van rouw
en leguanentranen blijven stromen.
Halfstok bevlaggen luiaards nu hun bomen,
hoog in een treurbeuk kwijnt een rode wouw.
Alleen een uil kniest niet, dat wijze dier
beseft: in al haar verzen leeft ze hier –
Uit de bundel Lichtvoetig III
Voor de oplettende lezer: het afsluitende distichon van Inge staat ook op de kaft van de bundel.