Het heeft weer een paar dagen flink gevroren
Sensatiemakers vinden weer emplooi
Het hele land valt aan die kul ten prooi
Want ach, die tocht is toch zo wondermooi
Voor schaatsen klinken enkel metaforen
Ze heten 'ijzers' 'nooitgedagts' en 'noren'
Het Volk wordt Eén door dit sportief toernooi
Goddank wordt er gesproken over dooi
De Berenburg die kan me wel bekoren
Maar verder? Wat een nare, koude zooi!
Ik droom van zout tot aan het ochtendgloren
Waarmee ik dan heel Friesland onderstrooi
Gelukkig is de tocht wéér doodgeboren: