Joost Zwagerman die zette stuurs de toon
De druiven waren blijkbaar heel erg zuur
Je zag hem zeer vertoornd de vuistjes ballen 

Ook Zeeman zette zich toen in postuur
'Een drinkebroer', zo hoorde men hem lallen
'Heeft niet het recht op deze lauwerkrans!' 

Ze werden door hun maatjes bijgevallen
Ook Pfeijffer raakte hevig uit balans
Die wou zelfs Driek te lijf gaan in persoon 

'Dit is bedrog!' riep ieder aangedaan
'Hij is geen keizer: hij heeft kleren aan!'


Over armoede aan poëzie bij toonzetters.

Ook dit gedicht komt uit de bundel Het pak van Sjaalman. Hij zal het helaas niet meer lezen.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De zwerver

Die man op die bank in het park
Ik kan hem maar moeilijk vergeten
Ik noemde hem heimelijk ‘hark’
Zijn naam heb ik nimmer geweten

Die man in het park op die bank
Zijn kleren vervuild en versleten
Door pech en door zucht naar de drank
Daar heb ik het steeds aan geweten

Dat park en die bank en die man
Zijn lot heeft me lang nog gespeten
Ik gaf hem wat geld, nu en dan
En suste ‘goeddoend’ mijn geweten