Inleiding 

Zo gaan die dingen

Verloren in de nevel van de tijd
Schreef ooit een volk zijn vrome liedjes neer
Op deze basis volgden snel ook plichten

Want ritueel bepaalt een ware leer
En slechts met regels kun je mensen stichten
Dit vraagt weer om deskundig commentaar

Van lieden met diepzinnige gezichten
Die debatteren ernstig met elkaar
En daaruit volgt dan weer een godsdienststrijd

Dat leidt tot veel geloven op den duur
En tot een brede stroom literatuur

De heilige schriften der Indiërs, de veda's, stammen van 1200 v. Chr. Aanvankelijk bestonden ze uit heilige liederen (mantra's), waarschijnlijk nog van de Ariërs en later, toen de godsdienst zich formaliseerde kwamen daar voorschriften (de Brāhmana's) bij. Tussen 1000 en 200 v. Chr. werden de Upanishaden, filosofische verhandelingen, toegevoegd. De verschillende stromingen en scholen binnen het hindoeïsme baseren zich op de Veda, of gedeelten daarvan, of zetten zich daar tegen af, waardoor ze er toch mee verwant zijn. Het beruchte kastenstelsel komt van de tot 500 overheersende Brahmanen die erg op regelgeving, offers en rituelen gesteld waren. Het hindoeïsme is in wezen een vergaarbak van religieuze experimenten met meer dan 33.000.000 goden in hun pantheon en zeer flexibel. Krishna, een incarnatie van God: 'Hoe mensen ook nader tot mij komen, ik verwelkom ze, want het pad dat ze vanuit alle richtingen volgen, voert naar mij.' Het wezenlijke kenmerk is spiritualiteit: geen ander cultuur houdt zich zo bezig met de menselijke geest en zijn relatie tot het universele.



De Upanishaden -verschillende auteurs, 1000-200 v. Chr.

Het Grote Wiel

Wat is de mens? Niets dan een lemen pot
Het Ik, de Geest en dromen? Slechts glazuur
Het Zelf zit hier als Inhoud ingesloten

Die Eeuwige Getuige kent geen duur
Dit Al is aan die Ene ooit ontsproten
Die zelfs al voor de Goden heeft bestaan

En wordt de pot ook steeds weer stukgestoten
De Inhoud die zal daarmee niet vergaan
Het breken van het baksel is zijn lot

Steeds resten er slechts scherven na de val
En Inhoud is weer deel van het heelal

 De upanishaden vormen de grondslag voor alle hindoe-stromingen. Het bestaat uit dialogen, discussies en gedichten over de aard van de menselijke natuur. Naast het goddelijke principe, het Absolute, Brahman, stellen zij het Zelf, het ātman; wat ik ben is niet het vergankelijke lichaam, niet de veranderlijke geest en gevoelens, niet het bewustzijn in waken of slaap: wat ik ben is de getuige van alles wat in deze toestanden blijft voortduren.




Chārvāka ca. 600 v.Chr.
 

Vooruitdenkend

Slechts wat het zintuig waarneemt dat bestaat
Zodat moraliteit illusie is
Het afgeleide valt niet waar te nemen

Er is slechts onoprecht getuigenis
En zéker in godsdienstige systemen
Daar is men steeds op eigen voordeel uit

En zelfs het zintuig kan geen Waarheid claimen
Omdat ook hier ik geen bedrog uitsluit
Slechts bij Gezond Verstand daar vind u baat

Er is ook geen verplichting door het Lot:
Het hoofddoel van het leven is genot  

Verwierp het bestaan van God en het Zelf. Accepteerde ver voor Hume enkel zintuiglijke waarneming omdat deductie onmogelijk of onnodig is: niets is met zekerheid kenbaar, alleen het gezond verstand. Het bewustzijn is stoffelijk en ontstaat zoals alcohol ontstaat door fermentatie van de juiste ingrediënten. Godsdienst is ontworpen ten nutte van de priesters die giften willen. Van de vier traditionele hindoewaarden zijn plicht (dharma) en bevrijding (moksha) niet-zintuiglijk, dus onzin. Hoofddoel in het leven is genot (kama) -met mate om ziekte te vermijden- en rijkdom (artha). Elk middel om dit te bereiken is geoorloofd. Zijn volgelingen schreven ver voor Macchiavelli handboeken voor heersers met het credo 'het doel heiligt de middelen.'




De Boeddha (Siddhārtha Gautama) ca. 563-ca. 483 v. Chr.

Kringloop

Het leven dat is niets dan enkel leed
Begeerte is de oorzaak van dat kwaad
Dat kunt u door Het Pad van Acht beperken:

Het juist begrip en denken, juist gepraat
Het juiste doen en moeite, juiste werken
Het juist bewustzijn, richtend op één punt

Wij zijn slechts lijf, gevoelens en bemerken
Dat sterft en weer illusie wordt gegund
Waarbij steeds aan een keten wordt gesmeed:

Door daden en begeerte groeit ons lijden
Slechts doven door het Pad kan u bevrijden



In zijn eerste preek na zijn verlichting onderwees hij de Vier Waarheden: het leven bestaat uit lijden (dukha); dit lijden wordt veroorzaakt door dorst (tanha), of begeerte; er is een manier dit lijden op te heffen; de uitweg is het Achtvoudige Pad. Door een eindeloze keten van oorzaak en gevolg keren de vijf persoonlijk -heidselementen die de illusie van het ik oproepen in hun verschillende samenstellingen (veroorzaakt door daden in het verleden) terug en hunkert dit 'Zelf' er steeds weer naar de vergankelijke zaken die het aanschouwt als echt en blijvend te beschouwen. Door het Achtvoudig Pad kan men ontsnappen aan de kringloop van begeerte, haat en waan en uitdoven in het nirvāna. Over dit nirvāna deed hij geen uitspraken; misschien past hier het idee van brahman als stilte: 'noch dit, noch dat.'

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Kluut

Kluut
Wikimedia.commons (bewerkt: RK)
 
Een kluut sprak tot een ooievaar
“Jij vliegt met kinderen nietwaar?
Mijn moeder heeft mij uitgelegd
Dat is een sprookje zogezegd”
 
En daarna sprak hij resoluut
“En zo bedondert men de kluut”