Ik stak een groene kaars aan
Zo werd jij, dacht ik, jaloers
Maar dat trok enkel tientallen muggen
Die zetten toen razendsnel koers
Toen nam ik het stof
van mijn slaaploze nacht
En verborg het in jouw kleine schoen
En ik martelde woest toen jouw doorkijkbloes
Die je droeg voor het volk met fatsoen

Ik toonde mijn hart aan de dokter
Die zei: ‘Stop daarmee of ga dood’
Toen schreef hij zichzelf een recept voor
Met jouw naam daarin, levensgroot
Toen vertrok hij lijkbleek naar de bibliotheek
Waar hij las over mij en mijn bruid
En de zuster die zegt: ‘Zijn praktijk gaat erg slecht
En hijzelf gaat ook snel achteruit’

Je werd door een guru aanbeden
Ik studeerde een nacht in zijn school
Hij leerde de plicht van de minnaar:
Gulden Regels zijn slechts een symbool
En na zeer korte duur wist ik, ‘Dit is pas puur’
Toen verzoop hij zichzelf in een plas
Zijn lichaam vergaan, zie ik hier op de laan
Zijn kwijlende geest en grimas

Een eskimo liet me een film zien
Die hij net nog van jou had gemaakt
De stakker stond hevig te rillen
Hij was blauw van de kou en spiernaakt
Hij bevroor want je kleed ging er plotsklaps vandoor
Door de wind en hij werd als een worm
Jij staat in je paleis, in je blizzard van ijs:
Laat me binnen, ik snak naar de storm

11 november 2016, 15.00 -15.45 uur


In de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw, en een gedeelte van deze eeuw,  fietste ik dagelijks dronken naar huis, 'One of us can not be wrong' zingend van Leonard Cohen Ik fiets dan langzaam en heb een weemoedige dronk (Als ik uit de stad kwam, werd dit nog gevolgd door 'Story of Isaäc'. Beide liederen waren dan net genoeg om bij het slot precies bij mijn voordeur te belanden).
Mijn eerste opweling na het horen van het overlijden van de oude charmeur was,  in dankbare herinnering aan hem en een lang drankzuchtig verleden, dit lied te vertalen.
Voor het origineel klik hier. 
Ik ben bang dat ik met het laatste gedeelte wel brave burgers uit hun slaap gewekt heb, maar die moesten tegen de tijd dat ik huiswaarts keerde tóch naar hun werk.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Wreed



ik spot vanuit de hoeken van mijn ogen
een achtpoot die een wankel avontuur
begaat op onze wit gesausde muur
ik heb er vroeger heel wat opgezogen

mijn dochters vinden dat onzinnig wreed
‘waarom ben jij nou altijd zo pietluttig
tenslotte zijn die diertjes heel erg nuttig
ze voelen píjn’ zoals ik immers weet

ik onderwerp mij maar en houd me groot
en ga met glas en viltje in de weer
om met degout het griezeltje te vangen

maar buiten, bám!, trap ik ‘m leukweg dood
…welnee…ik wierp hem in de conifeer
en zat mijn nageslacht maar wat te stangen


Het glas-viltje-bámgrapje heb ik geleend van Freek de Jonge