'O Kerstmis, schoner dan de dagen!
Hoe kan Herodes 't licht verdragen?'
'Wel; met een zonnebril
Had iemand verder soms nog vragen?'
Maar Frits, wat had je dán van hen verwacht?
Natuurlijk werd uit piëteit gezwegen
Die stilte namen zij, het hoofd genegen
Zwaar overmand door droefenis in acht
Nee hoor, die – meer dan twee minuten! – stilte
Was vást een waardig eerbetoon; geen kilte!