Pixabay
Ik loop onrustig heen en weer
En eis als ijsbeer nog een keer
Dat u klimaat en aarde spaart
U drijft mij van mijn huis en haard
U heeft als mensheid niets geleerd
Als u de noordpool toch ontbeert
Ooit bonsde vol onstuitbaarheid
Zijn jongenshart voor haar
Nu ziet hij echter tot zijn spijt
Een forse zoutpilaar