Op een woensdag in de winter
zei de Schreupel tot de Friep:
‘Lieve help, er zit een splinter
in het knargje van mijn kniep!’
 
Fluitend greep de Friep een leupel
(want hij was een handig tiep)
maar de Schreupel kon geen bloed zien
dus die deed alsof hij sliep.
 
‘Zet je schrap! Nu even bukken...
Eén twee drie!’ – en met een zwiep
vloog de splinter uit het knargje,
in het neusgat van de Friep.
 
‘Au! Hatsjiep! Hatsjoep! Hatsjiep!’
En de Schreupel kreeg de leupel
in vijf stukken op zijn kniep
waardoor hij die hele winter kreupel liep.
 
 
(Uit Er zit een feest in mij, Querido’s Poëziespektakel 5, 2012 - zojuist herdrukt)
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Blauwtje Tripel



Zo blond en zo leuk en zo mooi
Ik had wel een kans durven wagen
Toen ik aan verliefdheid ten prooi
Haar daartoe heb uit lopen dagen

Zo mooi en zo leuk en zo blond
Het leek dat ik daarin zou slagen
Ik dacht dat zij mij aardig vond
Dat duurde slechts enkele dagen

Zo blond en zo mooi en zo leuk
Ik heb haar mee uit kunnen vragen
Voortijdig ontstond er een breuk
Want zij is nooit op komen dagen