debel edited
Wikimediacommons 
 
Ik heb vandaag niets meegemaakt.
Ik heb geen boodschappen gedaan.
Ik ben de deur niet uitgegaan
Ik heb geen wezen aangeraakt.
 
Geen post gehad, geen mail gezien,
geen app of sms gehad.
Ik ben het allemaal zo zat.
Dit is toch niet wat ik verdien.
 
Maar dan, opeens, gaat daar de bel
en dat geluid maakt net op tijd
een einde aan mijn eenzaamheid.
Mijn hart slaat plotsklaps bliksemsnel.
 
Dit wordt een machtig avontuur.
De deur ontsluit ik met veel zwier.
Een man in uniform zegt: ‘Hier
heb ik een pakje voor uw buur.’
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Bont

Mijn oude oma Anna droeg een vosje
Zijn kopje aan de zijkant van haar nek
Het slingerde met spitse open bek
Onder haar bolle wangen met dat blosje
 
De bontmantel, chinchilla, nerts, konijn
Was volgens roddelpraat een middenklasser
Ik ruik terwijl ik schrijf het Kölnisch Wasser
Waarmee zij ruim besprenkeld placht te zijn
 
Mijn neus begroef ik in het zachte haar
De vossenbek voorzichtig in mijn handen
Mijn vingertoppen langs die scherpe tanden
Gelukkig nog een veilig soort gevaar
 
En 's zomers ging het duo in de kast
Waarna ik zelf de flitspuit mocht hanteren
Om elke mot alvast te liquideren
Maar oma hield hem ook een beetje vast
 
De tijd verstreek vervolgens veel te snel
En toen ik lief en lusten ging ontdekken
Ontstonden op de mantel kale plekken
Net als op oma's hoofd, dat witte vel
 
Maar leven kent nu eenmaal geen sur-place
En ik ben in dit vers ook afgedreven
Want wat ik ProRail mee zou willen geven:
Er gaan wel twaalf dassen in zo'n jas!