naamloos

geen doos Merci van mijn Louis
geen rode roos van vrijer Koos
geen knipoog van collega Jan
geen SMS van buufje Tess
geen geile blik van Roderick
geen kaart afijn, van Valentijn
 
de zón gaf mij een lange zoen
vandaar die kop als een pioen
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Utrechts sonnet 3



Het najaar valt en wolken drommen samen
De vogels trekken naar het zuiden toe
Ik weet nog dat ze in de lente kwamen
En hoe de tijd vervloog, het maakt me moe

Ik weet nog dat ze in de lente kwamen
Vanuit het niets, ineens, geen mens wist hoe
Ze floten en ze krasten onze namen
En riepen op tot moord en amour fou

Ze floten en ze krasten onze namen
Het werd een drama en een hoop gedoe
Ik weet nog dat ze in de lente kwamen
En hoe de tijd vervloog, het maakt me moe

Gelukkig is er kaas en rode port
Ik eet en drink en zie wel wat het wordt.