Het was alsof, terwijl ik zat te lezen,
een poes zich installeerde op mijn schoot
om mij weer te verzoenen met de dood,
het leven en het wrede opperwezen.
Had ik toen maar die bundel weggelegd
dan wist ik of hij écht iets heeft gezegd.
Ik zat laatst in mijn achtertuin te zonnen
En dacht vol afkeer aan de à propos
Als vorm vind ik dit nieuwtje maar zozo
Maar was er wel spontaan al aan begonnen
Daar moet ik me voor schamen, ben ik bang
Maar och, het is van geen belang