Ik ben een opblaasmuzelmannetje
en staat zo'n bomgordel niet chic? Ik heb een heel erg moedig plannetje: ik blaas mij op in het publiek. En al ben ik dan dood als een pier weliswaar, boven kom ik op zeventig maagden klaar. Dus ik pak een granaat en ik trek aan de pin en – Hup! – met een stijve de hemel in. Allah Akbar!
Allah Akbar! Allah Akbar! God is groot! Allah Akbar! Allah Akbar! Dood aan de christen en de jood. Ik ben een zelfmoordmuzelmannetje
en Mohammed is mijn profeet en dat zal blijven, ook al kan het je niet schelen wat ik zeker weet. Als je Allah niet eert, of je doet maar alsof, word ik vreselijk boos en ik ontplof. Ik vermoord elke man zonder haar op z'n kin en – Hup! – met een stijve de hemel in. Allah Akbar!
Allah Akbar! Allah Akbar! God is groot! Allah Akbar! Allah Akbar! Dood aan de christen en de jood. Je hebt ook jihadisten, die zijn zo ontzettend laf:
ze houden van een bloedbad, maar zij vrezen zelf het graf. Ze pakken een kalasjnikov en schieten pief poef paf of sturen kleine meisjes met een bom op jullie af. En veilig, uit de verte, klinkt hun 'Allah Akbar'-blaf. Ik ben een opblaasmuzelmannetje
Met explosieven op mijn lijf en kwaadwil in mijn hersenpannetje. Op naar het kinderdagverblijf! Want dat volk dat zo bandeloos op is gegroeid moet met wortel en tak worden uitgeroeid. Dus ik druk op een knop en roep nog een zin en – Hup! – met een stijve de hemel in. Allah Akbar!
Allah Akbar! Allah Akbar! God is groot! Allah Akbar! Allah Akbar! Dood aan de christen en aan atheïsten, soefisten, boeddhisten en ook hindoeïsten, vooral cartoonisten, aan Duitsers en Fransen en mensen die dansen, die drinken en daten en varkensvlees eten, aan vrouwen die rijden en schoolgaande meiden, gematigde moslims en de jood. |
't Wendt wel!
|