De Maas kampt met een grote bevergolf.
Het werd te druk, dus de provincie nam een
besluit de populatie in te dammen.
We kunnen echt niet wachten op de wolf.
En daarom wordt er straks op ze gejaagd.
Het moet misschien, maar mijn geweten knaagt.
Omringd door vele namelozen
Sta ik hier droevig langs de meet.
Ík werd door jou ooit uitverkozen!
Met míj had je je eerste date!
En dat je dat nu niet meer weet,
En met zo’n prins ging lopen vozen,
Die pochte op studentensozen,
Dat vind ik nog steeds wrang en wreed.
O, laat ons toch weer minnekozen.
Kom terug bij mij! O stelp mijn leed!
‘k Was ooit jouw schat, jouw virtuoze
Lief aan wie jij een vurige eed
Van trouw zwoer en daarbij moest blozen...
Kom terug bij mij! O kiss me, Kate!