Pixabay
Een slome zondagmorgen in april
De lente deelt haar eerste zonnestralen
Met koffie laat ik mijn gedachten dwalen
Een merel zingt maar verder is het stil
Gemijmer tussen Lelietjes-van-dalen
De tuin waarin ik graag mijn tijd verspil
Vandaag doe ik alleen maar wat ik wil
Mijn lichaam heeft een winter in te halen
Toch moet ik straks het onkruid niet vergeten
Het gras dat ik vanmiddag maaien zou
De moestuin wordt door slakken opgevreten
Of als ik nu dat schuurtje eens verbouw
Ik kan alvast de oppervlakte meten
Want nietsdoen vind ik zonde zegt mijn vrouw