Mijn oude oma Anna droeg een vosje
Zijn kopje aan de zijkant van haar nek
Het slingerde met spitse open bek
Onder haar bolle wangen met dat blosje
 
De bontmantel, chinchilla, nerts, konijn
Was volgens roddelpraat een middenklasser
Ik ruik terwijl ik schrijf het Kölnisch Wasser
Waarmee zij ruim besprenkeld placht te zijn
 
Mijn neus begroef ik in het zachte haar
De vossenbek voorzichtig in mijn handen
Mijn vingertoppen langs die scherpe tanden
Gelukkig nog een veilig soort gevaar
 
En 's zomers ging het duo in de kast
Waarna ik zelf de flitspuit mocht hanteren
Om elke mot alvast te liquideren
Maar oma hield hem ook een beetje vast
 
De tijd verstreek vervolgens veel te snel
En toen ik lief en lusten ging ontdekken
Ontstonden op de mantel kale plekken
Net als op oma's hoofd, dat witte vel
 
Maar leven kent nu eenmaal geen sur-place
En ik ben in dit vers ook afgedreven
Want wat ik ProRail mee zou willen geven:
Er gaan wel twaalf dassen in zo'n jas!
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Vergeten



de lente ben ik dus totaal vergeten
of moet het heb zijn? nee: ben, zeker weten
nou ja, vergeten is een beetje sterk
onthouden is net een tikje te veel werk

de jaargetijden, niet dat heb of ben
de namen, zeker dat ik die wel ken
en ben is iets met weten, heb met doen
of gaat het om de naam van elk seizoen?

die namen, daar heb ik een trucje voor
muziek die ook zo heet, uit de barok
ik weet ze weer als ik dat stukkie hoor

de lente heeft daarin een frisse klank
de herfst? nu zet u mij wel voor het blok
bekijk het maar, het is weer stank voor dank