Enorme deining in het Sprookjesbos
Het rommelt in Kaatsheuvel al een poosje
En altijd door gedoe met Doornroosje
Sneeuwwitje staat te stampen en brandt los:
 
'Zegt u er nou toch eens wat van vrouw Holle
Eerst lag er een granaat bij haar kasteel
En kijk haar liggen in dat lustprieel
Het is toch niet normaal zo opgezwollen'
 
'Mijn zus, krijgt die ze ook?', vraagt Hans van Grietje
Klein Duimpje rekt zich uit om wat te zien
Tot Repelsteeltje zegt: 'Jij bent pas tien'
Roodkapje fluistert zachtjes: 'Gossepietje'
 
Sneeuwwitje roept: 'Schandalig dat gelift!'
Ach mens, zegt Assepoester, ''t is de kift'
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Ballade van de dooi

De winterkoude is alweer voorbij;
we kunnen ons wat luchtiger gaan kleden.
De aarde wordt van witte smetten vrij
en ongeschikt voor schaatsen en voor sleden.
Wij zijn wat te veelvuldig uitgegleden,
minister, wijkagent en lichtekooi.
Maar dat behoort nu echt tot het verleden,
nu zijn we heel gelukkig met de dooi.

Aanvankelijk is iedereen nog blij:
zo’n witte kerst stemt heel het land tevreden.
De witte schapen in de dito wei
en met je slee de dijk af naar beneden.
Nee, voor gemopper is er echt geen reden;
het uitzicht is dan ook betoverend mooi.
Al werd dat winterwonderland aanbeden,
toch zijn we heel gelukkig met de dooi.

Ik zet voor u de feiten op een rij.
Een ieder praat van schaatsen langs elf steden.
Helaas is al het ijs bevroren brij
en dient het voor de veiligheid vermeden.
Ook moet het thema strooizout aangesneden:
het houdt de gladheid weg, maar geeft zo’n zooi.
Zo zijn er nog wat ongemakkelijkheden,
dus zijn we heel gelukkig met de dooi.

O Prins, die Koning Winter heeft bestreden,
gij overwinnaar van het ijstoernooi.
Wanneer we nog één sneeuwbal mogen kneden,
dan zijn we heel gelukkig met de dooi.