U werpt op poëzie een voze smet
Door haar slechts voor uw zelfzucht aan te wenden
Als schaamlap voor de onbeschofte bende
Die u op deze zetel heeft gezet
 
Om u een air van zwierigheid te geven
Maar uit uw mond klinkt schittering verlept
Gedeclameerd alsof u kolen schept
De strofes angstig in het nauw gedreven
 
U mag hier provoceren, jennen, kijven
U kent uw foute grap, misbruikt citaat
En door wiens mond u met de Kamer praat
Maar van de dichtkunst dient u af te blijven
  

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Kleinzoon



Mijn kleinzoon belt me op;
‘Opa, zullen we rijmen? ‘
‘Natuurlijk, jongen, ik zal beginnen'
Gegiechel klinkt in mijn oor
want hij weet wat ik ga zeggen
‘Op straat liep een hond’
Zonder nadenken zegt hij
‘in zijn blote kont’
Een vast ritueel, en elke keer schatert hij

Het is een spelletje dat hij graag met me speelde
Maar een dichter is hij nooit geworden