De poëzie is uit mijn lijf gekropen:
te vaak te lang, te veel te laat gewerkt.
De werkstroom heeft het andere verzopen.
Het mooie in het leven werd bezerkt.

Een oogklep hield mijn wijde blik beperkt.
Op hol geslagen bleef ik verder lopen.
Ik heb het eigenlijk niet eens gemerkt.
Mijn brein stond voor geen and’re prikkel open,

totdat er tussen scheefgezakte tegels
een klein maar dapper puntje groen ontspruit,
een distel die zich opmaakt voor de bloei.

Ik weet het wel, ’t is tegen alle regels,
dit moet er met de voegenkrabber uit,
maar ik bedenk me tien keer voor ik snoei.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Rondeel naar Oudfranse trant

 

Kan een vrouw haar kind vergeten?

Zou dat uitgesloten zijn?

 

Als het niets van haar wil weten

kan een vrouw haar kind vergeten:

 

en ook later aan de Lethe,

oud van dagen, leeg van brein

kan een vrouw haar kind vergeten.