
Pixabay
Wat een rotweer is het buiten!
Ik ga nergens meer naar toe.
Regen klettert op de ruiten.
Zal ik de gordijnen sluiten?
Ik ben al die grauwheid moe.
Ik ga nergens meer naar toe.
Regen klettert op de ruiten.
Zal ik de gordijnen sluiten?
Ik ben al die grauwheid moe.
Dag Opa, ik heb iets van mama gekregen:
twee lichtroze laarzen; ze zijn voor het kamp.
Ze hebben een week in de gangkast gelegen.
Nu mag ik ze aan doen, want nu is er regen
met heel grote plassen, waar ik hard in stamp.
twee lichtroze laarzen; ze zijn voor het kamp.
Ze hebben een week in de gangkast gelegen.
Nu mag ik ze aan doen, want nu is er regen
met heel grote plassen, waar ik hard in stamp.
Meisje, meisje, wat een mooie!
Opa wil ook wel zo’n paar.
Opa heeft nog ouwe rooie
die hij bijna weg wou gooien.
Wij gaan stampen met elkaar.
Opa wil ook wel zo’n paar.
Opa heeft nog ouwe rooie
die hij bijna weg wou gooien.
Wij gaan stampen met elkaar.