(Deze recensie verscheen deze maand in De Vrijdenker, maandblad van de Nederlandse vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte en bevat voor de lightversekenner een kleine verrassing).

Trampoline voor de geest

Als (academisch) filosoof lees ik af en toe overzichtsboeken van de filosofie. Ik vind het heerlijk om al die denkers nog eens helder en geordend gepresenteerd te krijgen. Met plezier denk ik terug aan de uren die ik doorbracht met o.a. Russell, Storig, Coppleston, Bor en Hamilton. Zo’n zelfde gevoel – het je verhouden tot denkers uit het verleden– heb ik ook bij het lezen van Dat peinst en piekert maar! van de denkdichter Jaap van den Born. In 12 regelige gedichten behandelt Van den Born enkele dozijnen denkers. Volgens Van den Born zijn het elf regels, want de eerste regel is de titel. Deze dichtvorm, het zogenaamde elftal, is verzonnen door Drs. P. De eerste regel is de titel, dan drie strofen van drie regels en dan volgt de clou – een kritische reflectie op de denker – in de twee slotregels, het distochon. En zo worden enkele tientallen filosofen kritisch op rijm gezet. Door het keurslijf van de twaalf regels en het rijmschema (abc bcd cda ee), geeft Van den Born een kerngedachte van de filosoof weer en ook nog een kritische reflectie daarop. Dat is een hele verdienste. Met plezier las ik bijvoorbeeld over de laat Griekse filosoof Philo van Alexandrië, waar mijn docent klassieke wijsbegeerte in Leiden,  D.T. Runia, destijds heel gewichtig over deed:



Hij sloot een uiterst dubieus verbond
Van joods en Grieks in zijn wijsgerigheid

Voor mij is dat eigenlijk alles wat ik van Philo wil weten, namelijk dat hij niet durft of kan denken zonder de rollator van de rede – religie – te gebruiken. Kostelijk is het gedicht over de middeleeuwse theoloog Anselmus die met het ontologisch godsbewijs op de proppen kwam, namelijk dat god volmaakt is, en dat volmaaktheid bestaan verondersteld. Iets wat volmaakt is en niet bestaat is volgens Anselmus namelijk niet volmaakt. Ik heb het altijd een wonderlijk taalspelletje gevonden, een vorm van wishful thinking. Van de Born dicht:

Zo moet ook de Volmaakte Vrouw bestaan
Ik denk tenminste nergens anders aan

Als vrijdenker heeft Van den Born oog voor de christelijk kerk die een constante rem voor het vrije denken en de ontwikkeling van wetenschap was. Ik citeer het gedicht over Dennis Diderot:

Encyclopedie

De schepper van de Encyclopedie
Een invloedrijk en veelomvattend werk
Dat hij voltooide na veel tegenslagen

Censuur en kuiperijen van de Kerk
De prefectuur die steeds kwam ondervragen
Daar hij van atheïsme werd verdacht:

Het kon zijn werk dan weliswaar vertragen
Maar zijn titanenarbeid werd volbracht
Nog steeds getuigt het van zijn groot genie

Hij was een koppig baasje, Diderot
Ontbloot het hoofd en roep met mij ‘Chapeau!’

Jaap van den Born is een Nijmeegse dichter en tevens verdienstelijk illustrator (zie de voorkant van het boek) die een ambitieus oeuvre op zijn naam heeft staan, zoals de dichtbundels De canon van Nederland, Het pak van Sjaalman, maar ook Uit vrije dwang, de vertaalde gedichten van de 11de eeuwse Syrische islamtische vrijdenker Aboe l’Alaa al-Ma’arri.

Jaap van den Born biedt een verfrissende blik op de klassiekers uit de filosofie. Zo treed je de materie op een andere manier tegemoet, en zo vallen mij nieuwe dingen op, zoals de ter dood gebrachte filosofen (Socrates, Seneca, Boethius), de theologen (te veel om op te noemen), en veel wetenschappers die toch ook een vermelding als filosoof krijgen (Copernicus, Newton, Galilei, Darwin, Freud (dubieus in het gezelschap), Einstein, Turing en Skinner. In elk overzichtswerk van de filosofie staan wel een paar namen waarvan je je afvraagt hoe die erin terecht zijn gekomen en waarin de voorkeur van de auteur doorschijnt. Ik trof twee filosofen aan waar ik nog nooit van gehoord had – maar ik waardeer het nieuwe kennis op te doen: Ludwig Klages en Heinz Hermann Polzer. Klages heeft een boek geschreven met de titel Der Geist als Widersacher der Seele – aan mij is deze metafysica niet besteed. Polzer, zo schrijft Van den Born in zijn toelichting, ‘pleit voor invoering van de slavernij ter bestrijding van verpaupering.’ (p. 69). Die mij onbekende Duitsers kunnen wellicht verklaard worden door de literatuurlijst die Van den Born aan het eind noemt en waar staat: Geschichte der Philosophie von der Antike bis Heute. ‘Onze lieve heer heeft vreemde kostgangers’, is een uitdrukking die mij te binnen schiet – en vooral onder filosofen. Lezend in de denkdichtbundel besef ik maar weer eens hoe dun de zinnige ideeën gezaaid zijn. De geschiedenis van de filosofie is voor een heel groot deel een beschamende hoeveelheid (theologische, metafysische of anderzijds) onzin. Maar dat maakt het lezen van een geschiedenis van de filosofie wel spannend – er is constant strijd en spanning.
Vaak proberen hedendaagse politiek correcte auteurs ook enkele vrouwelijk denkers in het canon op te nemen. Maar Van den Born volgt deze nieuwe traditie niet en laat een schare mannen de revue passeren. De enige vrouw die voorkomt in het boek is de droomvrouw uit Van den Borns gedachten. Dit is niet zozeer een verwijt  - want wie had hij moeten toevoegen? Arendt, De Beauvoir, Nussbaum? Ja, nu ik er over nadenk had dat heel goed gekund.  

Het boekje is een trampoline voor de geest. Het creëert nieuwe inzichten in de filosofie. Ik ben dan ook van mening dat Van den Born zichzelf niet heeft vertild aan dit zware onderwerp, maar juist zichzelf heeft overstegen. Zijn frisse, onbevangen, maar scherpe en vrijdenkende geest heeft een juweeltje aan de Nederlandse literatuur toegevoegd. En niet alleen dat: filosofen en filosofiestudenten kunnen er naar hartenlust op salto’s springen.

Dat peinst en piekert maar, rijmcanon van de Westerse wijsbegeerte, 89 pagina's, een productie van Het Vrije Vers,  verkrijgbaar bij www.mijnbestseller.nl voor E 12,50.

Floris van den Berg is docent filosofie aan de Universiteit Utrecht. .

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Ministers twee keer beëdigd wegens reclametijd NOS

Wat een beëdiging
Ziedende Beatrix
Door de reclame
Moest alles keer twee

Echt weer zo’n Nederlands
Improvisatiestuk
Leve ons
Koninklijk Variété

 

De beëdiging van de ministers van het tweede kabinet-Rutte heeft twee keer plaatsgevonden.
Omdat de Rijksvoorlichtingsdienst te vroeg met de beëdiging begon, kwamen de beelden van de eerste keer bij de NOS binnen toen nog reclame werd uitgezonden.
Hierdoor kon de beëdiging daar niet rechtstreeks op tv komen. Daarop is besloten de formele handeling nog eens over te doen.
Volgens RTL Nieuws was koningin Beatrix hier niet tevreden over. "Gaan we het opnieuw doen? Echt. Niet toch? Dan wordt het een toneelstukje", zei ze.