NielsBlombergXL

'LX gedichten' is de derde bundel van Niels Blomberg (Amsterdam, 1958). Niels woont in Almere en werkt als natuurkundige in de ICT-sector. Pas op latere leeftijd begon hij te dichten en creëert zowel gebonden als vrije verzen, niet exclusief in het Nederlands, ook in het Engels. Zijn poëtische doorbraak dateert van 2003, toen hij de Almeerse Poëzieprijs won. Vanaf 2006 mag hij zich officieel waterdichter van Waterschap Zuiderzeeland noemen, een functie waaruit zijn eerste twee bundels, 'Meer waterdicht' (2010) resp. ‘Woordenstroom’ (2015) zijn voortgekomen. 
Zijn schreden op de Parnassus werden gestimuleerd door dichtersvereniging Aldichter, door Het vrije vers en door lessen van de bekende dichter Co Woudsma. Een en ander leidde onder meer tot het winnen van de Shakespeare-sonnettenwedstrijd met 'Seizoenen' in 2016 te Gent. 
Meermaals prijkte zijn naam in de top 100 van de befaamde Turing Poëzieprijs, op de shortlist van de Willem Wilmink Poëzieprijs en van het Kampioenschap Light Verse te Emmen. In genoemde plaats werd Niels recent gelauwerd met de derde prijs (ex aequo Robin Veen). Het juryrapport illustreerde de impressie die zijn literaire input had gemaakt met: “Wie ziet nou kans om in ‘Insomnia’, vernoemd naar een vers van J.C. Bloem, de slapeloosheid uiteindelijk te laten rijmen op Willem-Kloosheid?”
 
De Romeinse letters LX in de boektitel corresponderen met Niels’ leeftijd toen hij de selectie, zijn beste zestig gedichten, bundelde. Dat er eerst nu, naast op zijn blog waterdichter.blogspot.com, meer ruchtbaarheid aan wordt gegeven, is het gevolg van ziekte. Hoog tijd dus voor een bespreking. Op de cover van LX gedichten, een uitgave in eigen beheer, prijkt een foto van een wit brughek, gespiegeld in water. Meestal laat zo’n reflectie minder zien, maar hier niet: een zwemmende vrouwtjes eend vormt een klein maar intrigerend detail. Mogelijk een symbolische hint naar het feit dat Niels deze bundel aan zijn vrouw Henriette opdroeg van wie het idee voor de bundel afkomstig is….
 
Toen hij de selectie maakte, hield hij zich ruim twintig jaar min of meer serieus met poëzie bezig. Naast elk opgenomen gedicht is bondig vermeld wat de aanleiding vormde tot het schrijven. Door deze toevoegingen krijgen lezers niet alleen een boeiend inkijkje in zijn dichtersloopbaan en -ontwikkeling, maar eveneens in het belang en de gevoelswaarde van bepaalde gedichten voor de dichter zelf.
 
Ongeveer een derde van de gedichten in de bundel vormen vrije verzen, waarvan twee Engelstalige. Het merendeel echter is gebonden en daarvan komen sonnetten het meest frequent voor. Verder passeren kwintijn, rondeel, villanelle en zelfs een rederijkersballade de revue. 
De lezer krijgt eerst gebonden verzen geserveerd. ‘Oud zeer’ bezit, aldus Niels, ongeveer de stijl die hij zoekt. Vier regels uit dit rondeel: ‘Ik voel me heel alleen / met honderdduizend spoken / onzichtbaar weggedoken / als lijken in het veen’. Ook vrije verzen lardeerde hij met stijlvolle metaforen als ‘Verlichte vensters slaan wakken in het duister / kijkdozen van geborgenheid / cocons waarin vlinders voor eeuwig vliegen’.
 
LX gedichten herbergt ook een pi-sonnet, i.e. een klinkdicht gebaseerd op de benadering van het irrationele getal 3,1415. De cijfers corresponderen met het aantal regels van de strofen. Niels schrijft elk jaar zo’n sonnet voor Pi-dag, 14 maart. Voor 2017 was dat het bijzondere ‘Warrelwereld’, dat zijn ziekte belicht. 
 
Of het nu vriest, of meer lijkt op de tropen,
ik ga tussen de middag altijd lopen,
een rondje op het industrieterrein.
 
De wereld om mij heen begint te draaien.
 
Ik kan niet door, nee echt van kans geen schijn.
Het voelt nog instabieler dan bezopen,
met evenwichtsproblemen die mij nopen
te wachten tot er and’re mensen zijn.
 
De wereld zal zijn rondjes blijven draaien
 
en ik laat al mijn kopzorgen verwaaien.
Ik sta weer met twee benen op de grond.
Mijn evenwichtsorgaan laat mij soms zwaaien,
maar toch ben ik nog lang niet naar de haaien.
Ik loop nog heel wat middagpauzes rond.
 
De topics in de bundel variëren rijkelijk: van lachgas tot klimaatverandering, van vingertoppen tot keukenla, van oliebollenvet tot toiletkwartje. Vanzelfsprekend bezingt Niels herhaaldelijk het water. Door Shakespeare’s vermaarde Sonnet 18 liet Niels zich tot ‘Seizoenen‘ inspireren, een inhoudelijk én formeel schitterend shakespeariaans sonnet waarin, anders dan bij de illustere schrijver, ruimte is voor gedachten van een vrouw.
 
“Shall I compare thee to a summer's day?”
Zijn vraag klinkt haar belezen en belegen.
Ze zegt beleefd maar onomwonden: “Nee”,
want lome zomerdagen staan haar tegen.
 
Ze wil hem wekken als de lentezon,
hem overladen met haar lentebloesem,
hem sleuren uit zijn winterslaapcocon,
en liefderijk verwarmen aan haar boezem.
 
Ze wil beminnen als de najaarswind,
de dorre blad’ren in zijn hoofd verwaaien.
Ze wil zijn muze zijn, en zijn absint.
Ze wil de vonk zijn van zijn lichterlaaie.
 
Hij is verward, begrijpt niet wat ze wil.
Zijn hart wordt door haar antwoord winterkil.
 
‘Tijd’, een toepasselijke reflectie‘ op duur, rondt  LX gedichten af. Het is een Nijmeegse sonnet, een inventie van dé grote pleitbezorger voor vormvaste poëzie, Cees van der Pluijm, en telt slechts twee rijmuitgangen.
 
Uren, dagen, maanden, jaren;
ach, u weet wel: Rhijnvis Feith.
  
Filosofen navelstaren,
trachten – wijl het Al verglijdt –
zijn geheim te openbaren,
maar het Al wil weinig kwijt.
 
Snelle pas en grijze haren
is het beeld dat Hooft bereidt.
 
Wetenschapsbeoefenaren
hebben zich totaal gewijd
aan hun theorie van snaren,
maar die mist nog kwaliteit.
 
Dichters die de tijd verklaren
leven voort in eeuwigheid.
 
Een Nijmeegs sonnet wijkt in zowel lay-out als strofe-indeling van sonnetten af en vormt door de inhoudelijke restricties een van de moeilijkste typen. Alsof deze uitdaging nog niet voldoende was, heeft Niels aan de twee rijmklanken ‘onoogrijm’ toegevoegd: de rijmende woorden op ‘ijt’ bezitten een andere uitgang. Kortom, een tour de force pur sang!
 
In het juryrapport van Emmen werd Niels geafficheerd als ‘de vormvirtuoos uit Almere’. Persoonlijk vind ik dat zijn talent in deze bundel voor het gebonden genre net iets meer tot zijn recht komt. Daarin vallen de woorden precies op hun plaats en smeden vorm en vent een hecht poëtisch bouwwerk. Maar misschien is de manier waarop gebonden en vrije poëzie zijn samengebracht, niet zo geslaagd. De lezer krijgt na een stuk of tien gebonden verzen plots een vrij exemplaar voorgeschoteld. Dat betekent overschakelen naar een andere leesmodus. Aansluitend lopen beide soorten meer door elkaar heen. Mij voegt dat niet zo. Mogelijk was het beter de twee genres onder verschillende hoofdstukken te scharen. 
 
Dat neemt absoluut niet weg dat er alles bij elkaar veel moois te lezen staat in Niels’ laatste boreling. Hij heeft een aangename dichtstijl waar met een zekere regelmaat subtiele lichtvoetigheid en weemoed doorheen sijpelen. Prijzenswaardig is zijn versificatiekunst: die beheerst hij tot in de puntjes. 
Wie na het zestigtal meer wil lezen verwijs ik graag naar waterdichter.blogspot.com waar de lezer zijn/haar hart kan ophalen. 
 
Niels Blomberg (2018). LX gedichten. Gigaprint. 238 blz.€ 15,00  ISBN 978 90 828263-2-6
Te bestellen via e-mail naar infoXwaterdichter.nl (x=@)  
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Mazzelaar

vacuumcleanerkl
WikimediaCommons
 
Als huisman van drie stinkend rijke zussen
Met wie ik bed en tafel kwistig deel
Doe ik conform een wurgdeal alle klussen
Waardoor ik, zacht gezegd, me nooit verveel
 
Met poetswerk maak ik lange overuren
Het was- en linnengoed kost bergen tijd
De stroomvoorziening toont voortdurend kuren
En in de keuken ben ik uren kwijt
 
De parktuin vraagt een aandacht ... om te huilen
En winkelen is haast een halve baan
En mannen die graag met me zouden ruilen
Zien slechts de vrouwen, niet mijn slaafs bestaan
 
Als ik toch van dit duivelspact eens af was,
Bedacht ik gister bij de laatste afwas