We zitten met ons beiden vergenoegd
als samenzweerders om de fles gebogen,
zijn jaar is weliswaar niet omgevlogen
maar kan wel aan de voorraad toegevoegd.
Hij strijkt een hand werktuiglijk door de haren
waardoor zijn schedel steeds pregnanter schijnt,
‘een vlag die rafelt altijd aan het eind’
is zijn ironisch antwoord op mijn staren.
Waarna er weer veelzeggend wordt gezwegen,
een glas bestaat bij gratie van het legen.