Er school eerst geen gevaar in ons gesprek,
De taal bleef soepel heen en weer bewegen
Tot woorden die wat meer pretentie kregen
Elkaar gingen verdringen van hun plek

Waarna opeens door dreigend plaatsgebrek
Emoties rap tot grote hoogten stegen
En woede die tot dan toe had gezwegen
Tenslotte zorgde voor een flink echec

Het heeft geen zin bij onmin en bij schaken,
Die ik voor het gemak hier samen vat,
Elkaar tot inzet van de strijd te maken

Omdat het juist de charme is van mat
Dat je alleen de koning kwijt kunt raken
Maar niet degeen met wie je ruzie had

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Niets (Utrechts sonnet 6)



Een vrouw telt meestal veel meer levensdagen
En schoner is beslist haar lichaamsbouw
Geen dame aan wie ik mijn nood kan klagen
Al helemaal niet aan mijn eigen vrouw

Geen dame aan wie ik mijn nood kan klagen
Die ik mijn leed om onrecht toevertrouw
Ik zal mijn lot kloekmoedig moeten dragen
Dat mij haast dwingt te grijpen naar het touw

Ik zal mijn lot kloekmoedig moeten dragen
Want anders krijg ik thuis een fikse douw
Geen dame aan wie ik mijn nood kan klagen
Al helemaal niet aan mijn eigen vrouw

Of u gelovig, heidens bent of ietsig
Het maakt niks uit, het man-zijn is maar nietsig


De eerste twee regels zijn afkomstig van het sonnet Voor de keuze, Driek van Wissen uit de bundelEen loopje met de tijd.