De nacht lijkt niet veel groter dan een kist,
een ruimte met uitsluitend dode hoeken
waarin je naar een uitgang ligt te zoeken
terwijl je elk gevoel voor richting mist.
Je hebt je oude leven uitgewist
toen je besloot om deze reis te boeken,
nu groeit met alle ingehouden vloeken
het voorgevoel dat jij je hebt vergist.
Je schreeuwde dat je liever wou vergaan
dan domweg te berusten in ‘t bestaan
waar God en geldgebrek je leerden knielen
maar als je ooit de overkant bereikt
is het alsof je weer een hel in kijkt:
een avondland bevolkt door bange zielen.