Toen ochtenden nog veelbelovend waren
Na afloop van een veel te korte nacht
En afscheidskussen lang en zeldzaam zacht
Stond jij me vaak minuten na te staren
Nu kijk je me slechts in gedachten na
Wanneer ik ’s morgens vroeg de mist in ga
Leuk hoor, zo'n reukorgaan
Ik ben dus Herakles
Ik sta bekend
Om mijn roemrijk geslacht
Zelfs na de beet van die
Peloponnesoshond
Weegt hij nog altijd
Een kilo of acht