’t Is niet uit hoogmoed dat ik heb gezwegen,
integendeel, ik had met je te doen
als mens met een wat schamel tijdrantsoen
die recht op slechts één leven had gekregen.
Ik heb je door de dagen zien bewegen:
van hordeloper over elk seizoen
tot trage dwaler tussen straks en toen
op zoek naar waar de finish was gelegen.
’t Is dankzij negen levens dat wij katten,
genietend van de ruim bemeten tijd,
een glimp ontvangen van de eeuwigheid
en ook een eeuw op waarde leren schatten.
Maar als ik het bestaan door negen deel
dan zeg ik zelfs met zwijgen nog te veel.