Goed, het is wel duidelijk dat in de Engelstalige wereld de term light verse een diffuus begrip is dat ons als bakkersmeel door de vingers glipt.
Ook uit de keuze van de gedichten in de bloemlezingen blijkt dat het zeker niet een sterk omlijnd idee over poëzie omvat dat van toepassing is op een afgebakend groepje dat zich volgens strenge regels met versvormen bezig houdt en het is veel meer een paraplu waaronder verschillende subgenres schuilgaan als de parodie, de pastiche, het sarcastische vers, het nonsensvers (dat nemen alle bloemlezers zonder tegenzin op) het komische vers, de spelers met taal en versvormen, kortom alle min of meer humoristisch bedoelde verzenmakers.

Ik zou er best nog een nieuwe definitie tegenaan willen gooien, al was het maar om over te bekvechten: ‘light verse is alle toegankelijke poëzie die niet de pretentie heeft Poëzie te zijn’.


Dan komen we vanzelf terecht bij mensen met gevoel voor humor.
En binnen die groep vind je natuurlijk subgroepjes die bij elkaar gaan klitten vanwege gedeelde voorkeuren. Een liefde voor rijm en metrum is algemeen herkenbaar; de middenstand rijmt lustig in korte, prikkelende reclameboodschappen en de limerick wiert ook telig, evenals het sinterklaasfeestrijm en wie dat afwijst heeft het over kwaliteit, niet over definitie.
De straatrap bloeit, allemaal lieden die met de Nederlandse (straat)taal spelen en daarbij rijm en ritme gebruiken.
De nonsenspoëten zijn nu minder in zwang dan vroeger, maar niet zo lang geleden verscheen bij de light-verse-uitgeverij Liverse nog een hommage aan Buddingh’ met nieuwe gorgelrijmen en niemand protesteerde dat dat geen light verse was, immers verbannen als nonsenspoëzie, een apart genre.
De momenteel meest gezichtsbepalende groep klitters houdt zich bezig met het spelen met de taal en de uitdaging oude en nieuwe en liefst ingewikkelde versvormen tot stand te brengen en dit product in volmaakte vorm te tonen, waarbij de opmerking van John Hollander geldt dat dit gebeurt om de lezer te laten delen in het plezier dat de maker had in zijn vakmanschap.
Ons land is rijk gezegend met dit slag volk, waartoe ik ook mijzelf reken en je komt ze nog al eens op ons forum tegen.
Bij deze vormen reken ik ook het vrije vers, simpel omdat dat ook een vorm is, wat zelfs langzaam tot de makers hiervan doordringt, dat aan zijn eigen bepaalde eisen moet voldoen.
Dat er zo’n bandjir aan rotzooi op dit terrein over ons heenspoelt is geen argument: dan heb je het weer over kwaliteit, (precies zoals het sinterklaasvers geen argument tegen light verse vormt), niet over definitie.
Dat die belangrijkste groep light-versedichters zich niet snel aan dit genre waagt komt eerder omdat ze de uitdaging missen van de creatieve constructie die ze bij ingewikkelde vormen vinden, maar iemand als Nico Dijkshoorn reken ik luchthartig tot de light-versedichters, als hij zich zo nodig poëet wil noemen en geen korteverhalenschrijver. En als zodanig trad hij onlangs trouwens nog op met een groepje light-versedichters.
Ik haal Cees van der Pluijm nog maar eens aan die de grenzen niet absoluut noemt.

Het Vrije Vers wil onder deze paraplu van light verse een podium bieden aan al die subgenres, waarbij het selectiecriterium vernuftig, speels, creatief taalgebruik is (Al hoop ik persoonlijk dat ik nu zo vaak de term light verse gebruikt heb dat iedereen er de kots van gekregen heeft en voortaan van ‘lichte poëzie’ spreekt en van ‘plezierdichters’ voor een specifiek subgenre).
De kwaliteitsbeoordeling wordt mede bepaald door de conventie van het subgenre.
Iemand die beweert een sonnet geschreven te hebben zal aan de eisen van het sonnet moeten voldoen.
Als de volta ontbreekt is het een veertienregelig gedicht en geen sonnet, zo simpel is dat.
Als iemand geen rijm gebruikt of metrum en een eigen vorm kiest, prima, maar hij zal beoordeeld worden op de selectiecriteria en op het forum. Als hij kiest voor rijmloos, maar niet eens merkt dat hij daarbij toch storend halfrijm of klankrijm gebruikt zal hij daarop aangesproken worden, waarbij woorden als ‘geklungel’ te verwachten zijn.
Het staat iedereen natuurlijk vrij bij gedichten te denken: ‘Jammer dat dit geen light verse is, maar light verse.’
Maar hoe zit het dan met de serieuze vormvaste poëzie? Ik heb zelf die ballade van Anton van Duinkerken met de mijne vergeleken en gezegd dat die van hem niet bij light verse gerekend wordt, door niemand. Jawel, maar als hij hem nú geschreven had zou dat wel gebeurd zijn en dat heeft te maken met de vooroordelen in de poëziewereld.
We zijn zo vrij ons van die vooroordelen niets aan te trekken en verlenen ook dat soort werk graag onderdak, wij zijn niet zo kinderachtig om iemand over het hek te gooien die niet precies binnen de definitie valt.

Wie via Google bij ons binnentreedt ziet dan ook boven de poort staan: ‘Portaalpagina voor gebonden poëzie, light verse, nonsenspoëzie, humorpoëzie en plezierdichten’.
Ik zie nu een heleboel vingers en ik weet wat jullie willen zeggen: ‘Hier staat light verse toch óók als aparte categorie naast nonsenspoëzie en zo? Dat is toch in strijd met je hele betoog dat dat allemaal onder de paraplu van light verse valt en je doet dan toch hetzelfde?
Zeker, maar wie zegt dat ik consequent ben?
En what about hiphop?
Hier een voorbeeld van een anonieme rapper, die zich Samenzwering noemt, van een hiphopforum geplukt, een van vele voorbeelden:

Ooit zat ik op een hobbelpaard en was ik indiaan
en werd mijn achterbuurt een bos zodra ik er doorheen sloop
Mijn hoofdtooi was een stuk papier, mijn boog was een banaan
En vriend noch vijand zag me gaan als ik van steen naar steen kroop

Dan maakte ik een brandweerwagen van mijn nieuwe fiets
en bluste met onzichtbaar water niet-bestaande branden
Ik vloog naar Pluto op een kleed, in alles zat wel iets
Het sufste ding wordt waardevol in creatieve handen

Toen kwam er plotseling een dag waarop ik niet meer speelde,
en trapte tegen dat wat eens mijn speelgoed was geweest 
Een dag waarop ik me niet meer vermaakte, maar verveelde
Hoe meer mijn lichaam groeide, des te kleiner werd mijn geest

Nu hang ik op de bank en tel de vlekjes op de muren
en vraag me af wat er in al die jaren is gebeurd
Wanneer ik van een kind verwerd tot één van die figuren
die net als ieder ander bang binnen de lijntjes kleurt

Waar is de jongen die als kapitein de grootste zee
met slechts een mattenklopper en zijn bed bevaren kon?
Soms, als ik in de spiegel staar, dan vaar ik met hem mee,
dat joch dat niet bevreesd was
als de nieuwe dag begon.. 
 

Hoezo light verse?
Laten we hopen dat we veel van dit soort inzendingen krijgen!
Kom maar op hiphoppers!

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Covidklacht (kortjakje)

covidklacht
pixnio.com
 
Ik proef geen biet, ik ruik geen snars
door dat familielid van SARS.
Nu zit mijn baas me ook nog dwars,
hij eist mijn terugkeer, bits en bars.
 
Ik riep geërgerd, groen en geel:
‘Ik stuur die vent meteen een mail
en zeg dat ik hem vierendeel.’
 
‘Mooi,’ zei mijn vrouw, ‘zo gaat het goed.
Je ruikt in elk geval weer bloed.’