Het Wilhelmus ("In dese tydt heeftmen gesongen dit volgende Liedeken; ‘twelcke groote vrucht onder vele luyden schafte/ elcke eerste letter des veers vervolgens medebrengende den naem des Princen voorsz.”), tiende couplet:
Niet doet my meer erbarmen
In myn swaer ongeval
Dan datmen siet verarmen
Des Conincx Landen al.
Dat u de Spanjaerts krencken
O edel Nederland!
Als ick dat gae bedencken,
Myn edel harte brant.