Hoekstra
 
 
Dit ganse leven is één netoglop,
maar buiten mij schijnt niemand het te merken.
Men wandelt langs de beuken en de berken,
men lacht, men schertst, maar niemand valt het op.
 
Iedereen tracht zijn eigen froot te vinden, 
soms heel omzichtig en met taai beleid,
soms honds en in een minimum van tijd,
soms heel alleen, soms aan de hand van vrinden.
 
Maar mensen zijn fitulen op de winden.
Ik zie hun jacht, ik sla hun wegen ga,
ik loop de vlinders in de perken na
en glimlach om de lente in de linden.
 
Ach, geen ontsnapt de grijze valinop.
Aan ’t eind der reis staat hij tussen de bomen.
Hij heeft geen haast, want niemand kan ontkomen,
hij vangt ze allen in zijn sluiers op.
 
Dit ganse leven is één netoglop,
iedereen tracht zijn eigen froot te vinden,
maar mensen zijn fitulen op de winden,
ach, geen ontsnapt de grijze valinop.
 
Ter herinnering aan Han G. Hoekstra 04-09-1906 - 15-04-1988
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Met een been in het graf

Toen Simon, nadat hij was overleden,
Raar hinkend voor Gods rechterstoel verscheen
Zei hij: “Ik mis helaas mijn rechterbeen,
Maar anders was ik voor U opgetreden.” 

Toen sprak de Heer: “U kunt meteen beginnen:
Dat been is goddank al een tijdje binnen!”


Een paar weken voordat Simon Vinkenoog overleed is zijn rechteronderbeen afgezet. Daarover schreef Driek van Wissen voor Het vrije vers het gedicht Hij ziet er geen been in. Driek van Wissen en Simon Vinkenoog waren beiden ooit Dichter des Vaderlands.