Neeskens
WikimediaCommons
 
Denkend aan Neeskens
zie ik benen als lieren
traag door oneindig
grasland gaan,
bundels oneindig
zwellende spieren
als rode pluimen
in zijn armen staan,
en in de geweldige
ruimte daarachter
zijn tegenstanders
verspreid op het land:
halflinies, spitsen
geknotte stoppers,
kermend en kronkelend
in vers verband.
Zijn adem gaat zwaar
en zijn grommende vloek wordt
in Fadroncs troostende
armen gesmoord,
maar in heel de wereld
wordt het blonde gevaarte
met zijn eeuwige dampen
gevreesd en gehoord.
 
Naar: Herinnering aan Holland van Hendrik Marsman
Michel van der Plas  23-10-1927  - 21-07-2013
Uit: Het tweede schuinschrift, Ambo 1974
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De ster

ster

 

Soms komt van onwaarneembaar ver
wat al bestond in zicht,
onthult de nacht een nieuwe ster
in duizend jaar oud licht.
 
Misschien ging ze al eeuwen zacht
vervagend weer teloor,
toch dringt ze pas in deze nacht
tot onze ogen door.
 
De ster is slechts een beeltenis
van wat voorgoed verdween,
een blik in de geschiedenis,
een afdruk van voorheen.
 
Wanneer de hartstocht op den duur
voor dof berusten zwicht
rest enkel van het oude vuur
de gloed die ons verlicht.
 
Steau van Mihai Eminescu (1850-1889)
vertaling: Otto van Gelder