Ik mis nu jij er bent de vaste grond
Jij gaf een tijd lang richting aan mijn streven
Jij was het die me jouw ideeën zond
Door jou wist ik weer even waar ik stond
Jij hebt me stilte in mijn storm gegeven

Ik heb je duizend nachten lang geschreven
Het was voor jou dat ik de woorden vond
Drie jaar was je de leidraad in mijn leven
Werd ik door wat jij zeggen zou gedreven
Maar vorig jaar heb ik je afgerond

Nu bonkt en gonst er niets meer in mijn kop
En komt er nog geen klinker uit mijn mond
Zit mijn partij er weer voor eeuwig op?
Of is dit slechts een wrede tussenstop

 

Na het verschijnen van Zap publiceerde Quirien nog amper een gedicht.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Epifanie

 

De opmaat van het verse jaar bespant
de grond met flinterdun wit vilt. De lucht
kneedt winterharde wolken, dicht beplant.
Een toverhazelaar pakt uit. Berucht

bericht van kale klauwen waar als vaan
een gele sjerp in hangt. Zo schel als goud
van ver. Van dichtbij zie je sterren staan,
van bloemblad, licht gekruld. Het hout blijft koud.

Kijk daar: drie spreeuwen hebben opgelet,
hun wijze kelen lachen om het fel
geluk dat plaatselijk is ingezet.

Een rijk begin op arm hout. Goed en wel
kwartier gemaakt, bewonderd, dan ontzet:
door wind van stam gejaagd – op hoog bevel.