Ik woonde aan zo’n middenklasseplein
Zo’n plek waar oudjes stiekem naar je gluren
De huizen zijn niet groot, maar ook niet klein
Met naast me van die doodgewone buren
Geen partyanimals maar ook geen zure
Een biertje, goed, maar dan wel uit een glas
Zo’n mensen die hun eigen friet frituren
De buurt is echter niet meer wat ze was
 
Mijn overbuurman met zijn meesterbrein
Besloot zijn huis aan Polen te verhuren
En dat moest uiteraard winstgevend zijn
Na weken breken, slopen, bouwen, schuren
Had het een aantal nieuwe binnenmuren
Twaalf kamers en een vijf bij vijf terras
Een douche en keuken zo uit de brochure
De buurt is zeker niet meer wat ze was
 
Nu gluur ik zelf van achter het gordijn
Naar twaalf werkkledingdragende figuren
Hun haar is kort, hun kaak een strakke lijn
Ze werken op een dag wel dertig uren
En hun verblijf zal zeven weken duren
Drie staan dan weer in Warschau voor de klas
Een ander wordt weer dokter in Masuren
Dan is de buurt niet langer wat ze was
 
O waardig Polen, blijf uw Polen sturen
Want zie, ik woon nu aan een plein met class
Zo’n dokter geeft de wijk wat meer allure
De buurt is stukken beter dan ze was



Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Terras in mei



Kom, laten wij de lente eens bezingen,
al werd dat vele malen meer gedaan:
maar jubelend vergat men dan vaak dingen
waaraan ik nou eens niet voorbij wou gaan.

Kabaal ontbloeit, gelijk met de seringen,
uit open ramen loeit muzak weer aan;
motoren die het kwinkelen verdringen
van merel, lijster, mees en ortolaan.

Die aanslag op je zenuwen en oren
verdooft dan wel, maar laat de ogen vrij.
Wat schiet er niet omhoog als rijpend koren,

wat graast het gretig oog niet af in mei:
De malse meid met haar fluwelen huidje
in short en shirt, of strakgespannen truitje.