Terugblik*

Ooit was ik vurig en jong en bevlogen
Alles was nieuw en ik lachte en sprong
Niemand had mij nog gekwetst of bedrogen
Ooit was ik vurig en jong

Waar is die prachtige tijd toch gebleven?
Waar zijn mijn dromen, waar raakten ze kwijt?
Waar ging de afslag verkeerd in mijn leven?
Waar is die prachtige tijd?

Nu ben ik eenzaam en oud en de dagen
Slepen zich voort en zijn bitter en koud
Ooit zocht ik antwoord, nu resten slechts vragen
Nu ben ik eenzaam en oud


Onze reis begint nu globetrotterachtige trekken te vertonen na dat lange gehang in het regenachtige Brittannië.
Maar in Wit-Rusland, of Belarus, zoals ze hier liever zeggen, is het politieke klimaat ook nogal grauw, met een enge, onverdrijfbare  dictator met de smaak van een betonmolen aan de macht.
Daar mag de NAVO ook wel eens iets aan doen na Khadaffi.
Niettemin wordt ook hier poëzie bedreven en de beroemdste dichter is Maksim Bahdanovič (1891-1917) en een van zijn nog steeds geliefdste gedichten heet ‘Romance’, dat begint met de regel “Venus herrijst en verschijnt ons hierboven” en is gegoten in een ongewone vorm, zoals in mijn voorbeeld.
Het zijn kwatrijnen met een simpel abab-rijm, maar de eerste regel bevat halverwege het laatste rijmwoord van de strofe.
Dat komt omdat de laatste regel gelijk is aan de eerste helft van de eerste regel.
Ook het metrum valt op; het is dactylisch.
Dat moet geen probleem zijn voor de geoefende ollekebollekeschrijvers van dit mooie digitale literaire tijdschrift.

Voor de geoefende Wit-Russischspreker is er het boek Vianok (‘Krans’) van Bahdanovič, gepubliceerd in 1913, en de anderen kunnen Echoes of Venus aanschaffen, verkrijgbaar bij Manifold magazine, waar je ‘Romance’ in het Engels kunt lezen.
Ja, wat dacht je; dat ik het origineel kan citeren? Mijn enige Russisch heb ik in dienst geleerd: ‘Stoj! Ruke wrech! Slosje oeroezdji!’ (‘Halt! Handen omhoog! Laat je wapen vallen!’), als ik het goed onthouden heb en niet dactylisch.
Ik heb het ooit nog eens uitgeprobeerd op een luchtvaartshow in Duitsland waar een brede man met stekelhaar stond te zorgen dat we niet te dicht in de buurt van zijn Tupolev kwamen en tot mijn vreugde ging zijn hand inderdaad in een reflex naar zijn linkeroksel. Waar hij natuurlijk niks had in het buitenland, maar zijn uitdrukking van stompzinnige verbazing bezorgt me soms nog genoegen. Ach, herinneringen… Ooit was ik jong…

* Zie het thema van morgen


 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De Marskramer

marskramer
 
Jeroen Bosch: De Marskramer (1493)
 
Ze namen me behoorlijk hard te pakken,
de drankvoorraad, de kroegbaas en de vrouw:
ik dronk, hij haalde kaarten uit zijn mouw
en zij de volle dagwinst uit mijn zakken
 
Dus heb ik nu het nachtloon van de zwakken:
een kater en een flinke scheut berouw
en ben ik naar een nieuw echec op sjouw
op slof en schoen met verder niks te makken
 
De schilder heeft het treffend weergegeven
alsof hij wel vertrouwd was met een leven
waarin je soms mismoedig verder sjokt
 
Misschien verdronk hij zelf zijn ongenoegen
en heeft hij bij een kaartspel in de kroegen
vier hoeken van dit schilderij vergokt