De held van Labbertong VII

Agatha was gewoonweg op hem toegesprongen
Al leek zij vrij onwetend en behoorlijk groen
Toch lagen zij in korte tijd verwoed te tongen
Zou het zijn charme zijn geweest of toch zijn poen?

Ach nee, het waren vast en zeker Remko’s ogen
Twee hemelsblauwe meren, die zij had gespot
Waardoor zij zo onstuimig werd, zo opgetogen
En zich gewillig overgaf aan het genot

Niet lang daarna verloor de kloostermaagd haar eer
En sloeg zij heel devoot haar beide ogen neer
‘O Remko, lieveling, al ben je nog zo’n grote,

Ik heb er over nagedacht maar ik zeg stop
Ik geef het kloosterleven absoluut niet op
Laten we teruggaan naar ons beider groepsgenoten’


wordt vervolgd

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Dacht het niet



We zijn racisten, slecht tot op het bot
En geilen op ons VOC-verleden
We spotten met gekleurde minderheden
En wanen ons, in blanke hoogmoed, God

Met tunneldenken worden we door Denk
Verdacht gemaakt als Ingrid en haar Henk


De visie op ons vaderland en zijn inwoners in het partijprogramma van Denk valt menigeen koud op het dak.