Gerrit Komrij 1944-2012

Remko Koplamp

Als er geen hond meer is die er naar kraait
Geen slak is om te zoeken op laag water
Geen achtste leven in een bonte kater
Geen buurvrouw die het groene gras wegmaait

Als er geen rol meer is in dit theater
Geen kurk is waar de wereld nog om draait
Geen aap die hem een lange mouw aannaait
Geen zonneschijn, geen morgenstond voor later

Als er geen jurk meer is die ‘s winters waait
Geen moslim is die opbiecht bij een pater
Geen drup die overloopt in luid geklater
Geen lange vinger in de pap die graait

Als er geen boer meer is die kiespijn zaait
Geen engel is die bang is voor de sater
Geen huilbui die vervalt in warm geschater
Geen fabeldier dat met de scepter zwaait

Pas dan, zal hij de brui aan Maarten geven
Maar blijft hij eeuwig in zijn werken leven

 

 





 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Bouts van Boekelo

Storm

De oude scheepskaptein die jarig was
Besloot dat heugelijk feit in stijl te vieren
Hij schonk aan boord een meer dan stevig glas
Tot grote vreugde van zijn officieren

De rest van de bemanning van zijn schuit
Werd bij het schenken zeker niet vergeten
Dus dronk de crew nog menig glaasje uit
De drankvoorraad was daartoe ruim bemeten

Toen plotseling een woeste storm opstak
Een windsnelheid van hondervijftig knopen
Geen mens die zich het hoofd daarover brak
Want iedereen aan boord was straal bezopen

De zwaarste storm sinds jaren juist die dag
Maar goed dat ’t schip nog in de haven lag
*

Klap (Bout rimé)

’t Was onze ouwe heer die dronken was
We stonden in zijn kamer met ons vieren
Hij loenste door een vettig brillenglas
En sprak als waren wij zijn officieren

“k Heb jullie aangemonsterd op een schuit
Zo oud, dat ik haar naam zelfs ben vergeten
Dus varen jullie straks het zeegat uit
En raak maar zoek, de zee is ruim bemeten”

Mijn oudste broer, die toen een vuist opstak
Die vloekte luid met van die grote knopen
En met één klap de ploert zijn schedel brak
Zoals die ouwe neerging, ‘t was bezopen

We hebben hem in bed gelegd die dag
Waar hij nog wekenlang te stinken lag
*

Wasbaas ( Bout rimé )

Met afschuw keek hij naar die stapel was
Hij kon de teugel nooit eens laten vieren
Er draaide achter ’t wasmachineglas
De hemden van zijn baas en officieren

Het washok in de diepte van de schuit
Dat hok zou hij de liefste maar vergeten
Hij trapte liefst die tussenwand er uit
De wasserij was akelig krap bemeten

Terwijl hij nog maar weer een peuk opstak
Zag hij een jas, die miste een paar knopen
Hij keek eens goed of er nog meer ontbrak
Die lui gingen tekeer, dat was bezopen

Hij zuchtte luid, maar morgen weer een dag
Hij sliep al voor hij in zijn hangmat lag

De onderste twee gedichten zijn bouts-rimés naar aanleiding van Bas Boekelo's eerste gedicht op het forum. Hij zette daarmee een nieuwe trend op het forum, namelijk die van de BR's. Binnenkort meer voorbeelden van het forum en lbekijk de informatie die Jaap van den Born, de BR-deskundige van Nederland over dit bijzondere principe heeft verzameld. Kijk nu al voor fraaie voorbeelden op het forum.