ik slaap nog als ze zachtjes ‘ik moet gaan’ zegt
doorlopend maakt ze ellenlange dagen
die middag sta ik tergend langzaam op

ik ben een man met dromen in zijn kop
die aan de vederlichtheid van bestaan hecht
het liefst het jachtig leven wil vertragen

laat mij mezelf en lezers maar behagen
als dichter in een keukentafeljob
bewegend tussen laptop en het aanrecht

ze vraagt of ze haar jas eerst uit mag trekken
als ik haar in de avond dol begroet

ik zeg dat zij wat zinnen horen moet
ze schreeuwt dat al die lichtheid ons gaat nekken

ze wil dat ik nu echt eens voor een baan vecht
 
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Zomer




De zomer is voor mij een rampseizoen
Men kent mij als fervente zonnehater
Ik mijd de kwellingen van strand en water
Zelfs van terrasweer raak ik uit mijn doen

Zo loop ik al sinds juli met een kater
(Cadeautje van het tropenweer van toen)
Een flirt met jou, ik was nog weerloos groen
Bleek tot mijn schrik een levensgrote flater

Eer ik het doorhad, woonden wij al samen
Waarna mijn ramp zich snel voltrekken zou
Al zul jij slechts het tegendeel beamen

Ik ben,' zeg jij, 'een zonnetje voor jou,'
Je kunt jezelf niet treffender benamen:
Mijn god, wat haak ik weer naar mist en kou!