
Pixabay
Ze had de mooiste voor- en achterkant
Liep tergend langzaam in een heuse acht
Sprong op mijn schoot en speelde met de krant
Ik voelde liefde of iets in die trant
Na weer zo’n slapeloze katernacht
Wanneer ik haar te snel naar huis toe breng
Dicteert ze uit haar invalidenwagen
Dat ik me wat beschaafder moet gedragen
En trekt ze even aan de navelstreng
Een moeder en een oud geworden kind
Het is niet wat ons scheidt maar wat ons bindt