Een plantje, teer en weerloos op het oog
Kwam ondanks alle wind en regenvlagen
De sneeuw en ijzel van de laatste dagen
Geheel en al op eigen kracht omhoog
Onstuimiger dan het decemberweer
Is hier de naakte wil tot zijn gebleken
Die door geen storm of stortbui is te breken;
Nog woester gaat de levenswil tekeer
Ontembaar aangetrokken door de zon
Staat hier het resultaat van wat moest blijken
Terwijl het noodlot voor me staat te prijken
Denk ik aan hoe eens mijn bestaan begon
Naast dit natuurverschijnsel is zowaar
Mijn leven haast niet meer zo wonderbaar