Ik loop met mijn lieftallige vriendin
Gezellig door de drukke Kalverstraat
Totdat ze iets te vrolijk naar mijn zin
De eerste kledingwinkel binnengaat
Ze komt terug met een ‘geweldig jasje’
Een ‘enig truitje’ en een ‘hippe broek’
Voor ieder koopje draag ik nu een tasje
‘Ah Theo kijk, precies waar ik naar zoek!’
‘Maar wacht...’ Te laat, ze is alweer verdwenen
Zo gaat dat nog een uur of zeven door
Ik word een tassenmagazijn met benen
Mijn spieren trillen elke pas in koor
Dus wat onze regering ook besluit
Mijn koopkracht gaat per winkel achteruit