Wanneer ik ooit ten hemel of ter helle
genood word en voorgoed de tijd uit raak
rest mij goddank nog één postume taak:
ik mag de dode weefsels en de cellen
tot nut van ’t algemeen beschikbaar stellen,
in al mijn kilo’s netto aan de haak
ligt meer genot voor de consumptie braak
dan zelfs de haute cuisine u kan voorspellen.
Dus laat mijn lever in wat whisky wellen
of smoor de tong, voorheen wat scherp van spraak
en laat die door de exclusieve smaak
van licht gebakken niertjes vergezellen.
Het schraal restant van knoken en van vellen
doet het verrassend goed in frikadellen.